Zeeuwse jeugdverpleegkundigen hebben een naam

Array

In afgelegen Zeeuwse dorpen doen jeugdverpleegkundigen alle consultatiebureaus vanaf de geboorte tot en met tegenwoordig de consulten tijdens het basisonderwijs. Vrijwel altijd ziet dezelfde verpleegkundige kinderen en ouders die in zo’n dorp vaak lang blijven wonen. Dat betekent dat zij jonge gezinnen met twee, drie kinderen vaak vele keren per jaar ontmoet. En ook eens kan navragen hoe het met het kindje is waarvoor de ouders eigenlijk niet op het spreekuur komen. Daardoor ontstaat tussen ouders en jeugdverpleegkundige een persoonlijke band, zeg maar een vertrouwensrelatie. De jeugdverpleegkundige krijgt een eigen voor- en achternaam net zoals de schoolmeester en de huisarts.

Jeugdverpleegkundigen zijn trots om in zo’n Zeeuws dorp te functioneren. Ze worden bij de supermarkt herkend, nog jaren later als de kinderen intussen al groot zijn. In de Zeeuwse grotere steden functioneert dit Named Nurse Model niet meer. De jeugdverpleegkundigen draaien daar per wijk hun consultatiebureaus. Gezinnen die verhuizen naar andere wijken (en dat gebeurt vaak als het gezinsinkomen daalt of stijgt) krijgen automatisch een andere jeugdverpleegkundige. Binnen een wijk doen sommige jeugdverpleegkundigen vooral zuigelingenbureaus, andere vooral peuterbureaus en weer andere de kleuterbureaus. Van continuïteit-in-persoon is dan nauwelijks sprake. Bovendien werken vele jeugdverpleegkundigen parttime.In Vlaanderen werken jeugdverpleegkundigen zelfstandig of in een organisatie. Zij hebben wel een eigen praktijk. Ouders kiezen voor een specifieke jeugdarts en jeugdverpleegkundige, zoals gezinnen ook hun eigen huisarts en basisschool kiezen. Het voordeel van dit named nursing is, is de persoonlijke band gedurende verschillende jaren. Het nadeel is, dat de contacten met peuterspeelzalen en basisscholen minimaal wordt: Want alle ouders van de kinderen hebben andere jeugdverpleegkundigen.  Dan is ene zorgoverleg niet meer te realiseren.

Dit onderwerp kwam aan de orde tijdens een ontmoeting van prof.dr. Guus Schrijvers met Zeeuwse, leidinggevende jeugdverpleegkundigen en managers in Goes. Die vond plaats tijdens een stuurgroepvergadering op maandag 13 december over een grote Julius trial (in vakjargon: de VOBOZ studie) rond vroegtijdige ontdekking van opvoed- en opgroeiproblemen bij achttien maand oude peuters. Men brainstormde over vervolgstudies. Wellicht is een experiment mogelijk om iets van het named nursing model terug te krijgen in de Zeeuwse grote steden: in de dorpen bestaat dit nog en Vlaanderen is dichtbij als rolmodel.

In 2011 gaan we in de Stuurgroep verder brainstormen. Tot zover dit bericht.

Op  22 maart 2011 start de Julius Masterclass leiding geven aan professionals in een Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarin krijgt het organiseren van continuïteit-in-persoon van jeugdverpleegkundigen zoals in de Zeeuwse dorpen ook aandacht. Andere thema’s zijn: internationale ontwikkelingen, ontwikkelingen in het jeugdbeleid, doelstellingen Centra voor jeugd en Gezin (CJG´s), het takenpakket van de CJG’s, CJG’s en financien, het schrijven van een beleidsnota, een excursie naar een CJG, CJG’s en de bureaus Jeugdzorg, CJG’s en de eerstelijn, CJG’s en inzicht in doelgroepen, verandermanagement en business cases, persoonlijk leiderschap, afsluiting en eindopdrachten van cursisten.

De cursus eindigt op 5 juli 2011 en omvat twaalf bijeenkomsten. Elke bijeenkomst vindt plaats op een dinsdagmiddag van 15.00 -19.00 uur in Utrecht. De opbouw per bijeenkomst is meestal als volgt:

  1. Inbreng van casuïstiek door twee van de maximaal achttien deelnemers.
  2. Interactief college door een ervaren docent uit de praktijk
  3. Een kleine maaltijd (snack)
  4. Een training vaardigheden of een theoretisch college.

Alle bijeenkomsten vinden plaats in Utrecht. U arriveert en vertrekt uit Utrecht buiten de spitsuren. Cursusleiders zijn prof.dr. Guus Schrijvers en Annemiek van  Woudenberg, arts Maatschappij en Gezondheid, auteur van een handboek over Centra voor Jeugd en Gezin en oprichter van vele CJG’s in de Gemeente Amsterdam en daarbuiten. De cursus is geschikt voor CJG managers, hogere gemeente ambtenaren met CJG’s in hun portefeuille, ervaren opvoedondersteuners die samenwerking met andere disciplines op gang brengen, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen die collega’s aansturen en al die anderen die leiding geven aan samenwerking tussen jeugdprofessionals.

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen