Patiënt met pinda-allergie krijgt allergische reactie na bloedtransfusie

Opmerkelijke observatie aanleiding voor verder onderzoek
Onderzoekers van het UMC St Radboud beschrijven in het New England Journal of Medicine het ontstaan van een ernstige allergische reactie na een bloedtransfusie. Ze hebben sterke aanwijzingen dat pinda-allergenen in het transfusiebloed een reactie hebben uitgelokt bij een patient met een pinda-allergie.

Tijdens een bloedtransfusie bij een zieke zesjarige jongen ontstond onverwacht een ernstige allergische reactie. “Door de juiste behandeling was hij binnen een half uur weer hersteld”, zegt Lizzy van Pampus, transfusiespecialist in het UMC St Radboud. “Toen we zochten naar een verklaring voor deze transfusiereactie, bleken de gebruikelijke verklaringen niet te voldoen. Er moest dus iets anders aan de hand zijn.”

 

Pindaspoor
Op zoek naar een verklaring zette de moeder van het zieke jongetje de transfusiespecialist op het goede spoor. Ze vertelde dat haar zoon als klein kind na het eten van pinda’s al eens eerder zo’n reactie had gehad. Sindsdien zorgde ze ervoor dat hij geen pinda’s meer at. Hans Jacobs, medisch immunoloog in opleiding: “De transfusie voor de jongen was afkomstig van vijf donoren. Artsen van Sanquin Bloedvoorziening, de stichting die in Nederland de producten voor bloedtransfusies levert, hebben direct na het voorval contact met deze donoren opgenomen. Drie van hen vertelden dat ze de avond voor de bloeddonatie pinda’s hadden gegeten. Dat paste in het idee dat de transfusiereactie misschien door pinda-allergeen in het transfusiebloed was ontstaan.”

Een allergeen is een stof die een allergische reactie kan veroorzaken. Het belangrijkste pinda-allergeen is Ara h2. Een klein fragment hiervan, het stofje DRP-Ara h2 wordt niet of nauwelijks afgebroken door de spijsvertering en kan 24 uur na het eten van pinda’s nog in het bloed worden aangetroffen. Jacobs: “Twee testen die we bij de jongen hebben uitgevoerd, maken het meer dan waarschijnlijk dat het pinda-allergeen de trigger voor de reactie is geweest. De tryptase-test wees uit dat het inderdaad om een allergische reactie ging. Bovendien bleek de jongen ook allergisch voor het stofje DRP-Ara h2.”

Verder onderzoek
Het is al langer bekend dat bloed van een allergische donor bij de ontvanger tijdelijk allergische reacties kan veroorzaken. Jacobs: “Over het omgekeerde effect – dat allergenen in het bloed van de donor bij een allergische ontvanger tot een anafylactische reactie leiden – werd wel gespeculeerd, maar het was tot dusver niet beschreven. Met deze gevalsbeschrijving leveren we geen keihard bewijs, maar geven we aan dat bij onverklaarde allergische reacties gedacht moet worden aan allergenen in het transfusieproduct; zeker bij patienten met een bekende allergie.”

Van Pampus: “Tijdens elke bloedtransfusie bestaat een klein risico op een transfusiereactie, ook bij  niet-allergische patienten. Dokters zijn daarop voorbereid. Of onze bevindingen zullen leiden tot wijziging van de huidige protocollen voor bloeddonaties of tot speciale bloedproducten voor allergische patienten is op dit moment niet te zeggen. Natuurlijk willen we dat graag verder uitzoeken. Daarvoor bestaan inmiddels contacten met Sanquin Bloedvoorziening.”

Recente artikelen