Duidelijke budgetafspraken over hulpmiddelen ziekenhuisverplaatste zorg
ArrayHet ministerie van VWS heeft onlangs per brief bekend gemaakt dat ziekenhuizen en zorgverzekeraars ruimte krijgen om aanvullende budgetafspraken te maken over hulp- en geneesmiddelen in het kader van ziekenhuisverplaatste zorg. Hiermee komt een eind aan de discussie die al enige jaren loopt tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over uit welk budget deze kosten betaald moeten worden. ZN heeft samen met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en NVZ vereniging van ziekenhuizen nadere uitwerking aan de maatregel gegeven.
Er is sprake van ziekenhuisverplaatste zorg wanneer de medisch specialistische behandeling van de patient buiten het ziekenhuis wordt voortgezet, veelal in de thuissituatie. Tot voor kort leidde hulp- en geneesmiddelen die patienten in het kader van ziekenhuisverplaatste zorg kregen voorgeschreven regelmatig tot discussie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieder. Onduidelijk was uit welk budget de kosten van deze middelen gefinancierd moesten worden; kwam het voor rekening van het budget voor medisch specialistische zorg? Of kon betaling plaatsvinden via de specifieke regelingen voor de vergoeding van hulp- en geneesmiddelen, de regeling hulpmiddelen en geneesmiddelenvergoedingssysteem(GVS).
Ruimte voor aanvullende budgetafspraken
Het rapport ‘Afbakening hulpmiddelenzorg’ van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) wees uit dat hulp- en geneesmiddelen in het kader van ziekenhuisverplaatste zorg, vallen onder medisch specialistische zorg. Dit betekent dat de bekostiging van deze middelen moet komen uit het budget dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) jaarlijks vaststelt voor medisch specialistische zorg. Onduidelijk is echter of het NZa-budget toereikend is om ook de kosten van deze middelen af te dekken. Daarom geeft VWS nu de ruimte aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders om aanvullende budgetafspraken te maken.
Aanvullende vergoeding
In de verdere uitwerking van deze maatregel heeft VWS vervolgens samen met de betrokken veldpartijen ZN, NFU en NVZ de kaders opgesteld waarbinnen zorgverzekeraars en zorgaanbieders lokaal afspraken kunnen maken over een aanvullende budgetvergoeding. Ter ondersteuning van de lokale onderhandelingen hebben ZN, NFU en NVZ tevens twee lijsten opgesteld van middelen die in aanmerking kunnen komen voor een eventuele aanvullende vergoeding. Deze lijsten worden verspreid onder zorgverzekeraars en zorgaanbieders.