Integrale wijkgerichte aanpak van obesitas werkt wél

Array

Over de hele wereld is obesitas onder kinderen een groeiend gezondheidsprobleem. In Frankrijk is een aantal jaren geleden EPODE opgezet, een methode die de samenleving betrekt bij de aanpak van obesitas. Ook in Nederland lijkt dit aan te slaan.

Marije van Koperen is onderzoeker bij het EMGO+. Haar promotor Jaap Seidell is al langer bij het onderzoek naar EPODE betrokken. EPODE betrekt de samenleving bij de aanpak ervan, vertelt Van Koperen, en dat blijkt succesvol te zijn. “Naast individuele gedragsverandering betrekt het programma de sociale en fysieke omgeving van het kind. Juist bij mensen met een lagere sociaal-economische status blijkt dat zijn vruchten af te werpen.”
De integrale, wijkgerichte aanpak bestaat uit vier pijlers. “Er moet politieke betrokkenheid zijn binnen de gemeente. Er wordt gebruikgemaakt van sociale marketingtechnieken, om aan te sluiten bij de behoefte van de doelgroep. Wetenschappelijke begeleiding en evaluatie geeft inzicht in deze aanpak. En er is sprake van publiek-private samenwerking. Oftewel: de samenwerking met supermarkten en andere private partijen wordt actief opgezocht.”

Wijkgerichte zorg
Door samenwerking van al die partijen moet de omgeving van het kind gezond worden. Want als die omgeving gezond is, dan volgt het kind vanzelf, zo is het idee. Er is een grote rol weggelegd voor de eerstelijns zorgverlening, maar zeker niet alleen voor hen. “Huisartsen en GGD’s moeten meer kennis krijgen over het aanbod van specifieke zorg in de wijk. Zoals dietisten die zich richten op kinderen en fysiotherapeuten met een speciaal beweegplan voor kinderen. Ook op gemeentelijk niveau ontwikkelt zich nu het bewustzijn over de noodzaak van bijvoorbeeld genoeg speel- en fietsmogelijkheden.”

Genoeg speelplekken
EPODE heeft zich als een olievlek over de wereld verspreid. In Nederland heet het Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). In Amsterdam Nieuw-West hebben 23 partijen een overeenkomst getekend om overgewicht terug te dringen. Dit is nodig, want ruim 20 procent van de kinderen in deze wijk heeft overgewicht, van wie bijna 10 procent ernstig. Een greep uit de interventies: genoeg speelplekken die kinderen stimuleren tot beweging, veilige wandel- en fietspaden, beweegprogramma’s voor jonge kinderen, samenwerking met supermarkten en voorlichting voor ouders door middel van interactief theater.
Ondertussen gaat Van Koperen promoveren op de beste manier om een integrale wijkgerichte aanpak te evalueren. Bij het CIAO, samenwerkingsverband van vijf Academische werkplaatsen dat onderzoek doet naar overgewicht. Dankzij een subsidie van 1,5 miljoen van ZonMW kan het EMGO+ dit vervolgonderzoek uitvoeren.

  • Stimulerende speelplekken
  • Veilige wandel- en fietspaden
  • Beweegprogramma’
  • Samenwerking met supermarkten
  • Voorlichting voor ouders

Ellen Kleverlaan, in Tracer

Recente artikelen