Verbetering weefselvorming met lichaamseigen materiaal stap dichterbij
Array
Om weefselherstel na ziekte of letsel te bevorderen kan in de toekomst gebruik gemaakt worden van de techniek Tissue Engineering. Hierbij wordt nieuw weefsel gemaakt van lichaamseigen materialen en cellen. Een limiterende factor is nu nog de vorming van bloedvaten in de driedimensionale structuur (de matrix) van het nieuwe weefsel. Uit onderzoek van Ester Weijers blijkt dat specifieke fibrinevormen gebruikt kunnen worden om de eigenschappen van cellen die betrokken zijn bij de bloedvatvorming te beïnvloeden. Hiermee kan de techniek Tissue Engineering worden verbeterd. Weijers promoveert op 28 september bij VU medisch centrum.
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van fibrine, een eiwit dat een belangrijke rol heeft bij bloedstolling. Daarnaast is fibrine een uitstekende tijdelijke matrix waarin weefselherstel en bloedvatvorming kunnen plaatsvinden. Om de verschillende fibrinevormen te kunnen bestuderen zijn deze gezuiverd uit menselijk bloed of door cellen gemaakt (recombinante expressie). Het onderzoek van Weijers richt zich op de eigenschappen van twee celtypen en hun reactie op de diverse fibrinevormen; de endotheelcellen (vormen de binnenbekleding van bloedvaten) en stamcellen. Het blijkt dat de eigenschappen van endotheelcellen en daardoor de bloedvatvorming veranderen bij het gebruik van intact fibrine of een kortere fibrinevorm. Door één specifieke fibrinevorm te kiezen kan bloedvatvorming of gestimuleerd dan wel geremd worden. Naast de bloedvaten zijn ook stamcellen een belangrijke component van de matrix. In tegenstelling tot endotheelcellen worden de eigenschappen van stamcellen niet veranderd door deze fibrinevormen.
Tot nu toe werd voor de fibrine matrix in Tissue Engineering steeds gebruik gemaakt van het natuurlijk voorkomende mengsel van fibrinevormen. Dit onderzoek laat zien dat één specifieke fibrinevorm mogelijk meer geschikt is om de juiste omgeving voor weefselherstel te creeren. De keuze van de juiste fibrinevorm kan de vorming van nieuwe bloedvaten en dus de zuurstofconcentratie in het weefsel beïnvloeden.
Bron:Vrije Universiteit Amsterdam
