Met collaborative care sneller hersteld, maar niet sneller aan het werk

Array

Depressie komt vaak voor en gaat meestal gepaard met langdurig ziekteverzuim. ‘Behandeling volgens de collaborative care methodiek versnelt weliswaar het herstel, maar leidt niet tot snellere werkhervatting,’ concludeert Moniek Vlasveld in haar promotieonderzoek. Zij promoveert op 12 september bij VUmc.

Naast financiele gevolgen voor de maatschappij, heeft ziekteverzuim bij depressie ook grote gevolgen voor het leven van de werknemer zelf. Vlasveld onderzoekt in haar proefschrift welke factoren een rol spelen bij verzuim en werkhervatting. Daarnaast bekijkt zij de (kosten-)effectiviteit van een ‘collaborative care’ behandelmodel bij verzuimende werknemers met een depressie. Hierbij werken hulpverleners uit verschillende disciplines samen om de zorg voor de patient zo goed mogelijk uit te voeren.

Fysiek zwaar werk, contact met medisch specialisten, veel lichamelijke klachten, matig tot ernstige depressieve klachten en een hogere leeftijd blijken een belangrijke rol te spelen in de lengte van het  ziekteverzuim bij werknemers die langer dan 4 weken van het werk afwezig zijn.

Verder blijkt ziekteverzuim gerelateerd te zijn aan een aantal persoonlijkheidskenmerken, waaronder emotionele instabiliteit, weinig behoefte aan sociale contacten, lage doelgerichtheid en het gevoel geleefd te worden door de omgeving.

In het onderzoek naar de effectiviteit van collaborative care behandeling werd behandeling gegeven aan verzuimende, depressieve werknemers door speciaal getrainde bedrijfsartsen. Zij behandelden met ‘Problem Solving Treatment’ en antidepressieve medicatie, waarvoor zij advies konden inwinnen bij een consulent-psychiater.

De resultaten van dit gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek laten zien dat collaborative care weliswaar leidt tot een snellere halvering van depressieve klachten, maar niet tot een snellere werkhervatting. Collaborative care is bovendien niet kosteneffectiever dan de gebruikelijke zorg.

Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het Depressie Initiatief, door prof. dr. C.M. van der Feltz-Cornelis geleid binnen het Trimbos-instituut, in samenwerking met 365/ArboNed, VU medisch centrum en de Universiteit van Tilburg. In het proefschrift worden aanbevelingen gegeven voor de praktijk en voor verder onderzoek.

Recente artikelen