BDO: Middelgrote ziekenhuizen hebben de toekomst

Array

Er ontstaat een tweedeling onder ziekenhuizen, blijkt uit de BDO-Benchmark Ziekenhuizen 2012. Terwijl de meeste ziekenhuizen de turbulentie in de gezondheidszorg goed doorstaan, raakt 1 op de 8 juist steeds dieper in financiele problemen. Kleine provinciale ziekenhuizen zijn de zwakste schakel. Middelgrote ziekenhuizen scoren qua financiele fitheid juist bovengemiddeld hoog. BDO pleit voor eerder ingrijpen bij structurele financiele problemen. Door een betere en transparante escalatieprocedure bij structurele verliezen kan het risico worden beperkt. De vergelijkbaarheid van ziekenhuisjaarverslagen is in 2011 verder verslechterd en wordt in toenemende mate gekleurd door de vele keuzemogelijkheden in de verslaggeving. BDO pleit ervoor dat de overheid verslaggevingsregels vereenvoudigt om resultaatnavigatie in te dammen.

Het was een zwaar jaar, maar over het geheel genomen hebben de algemene ziekenhuizen de uitdagende omstandigheden in de zorg in 2011 met grote veerkracht beantwoord, concludeert deBDO-Benchmark Ziekenhuizen 2012 waarin de jaarverslagen van 80 algemene ziekenhuizen zijn geanalyseerd.

Na enkele jaren van groei is het gezamenlijk resultaat (totale opbrengsten minus totale kosten) weliswaar met € 9 miljoen gedaald tot € 250 miljoen. Maar die geringe daling met 3% ten opzichte van 2010 is toch een prestatie van formaat, vindt co-auteur en BDO-partner Chris van den Haak.

“Ziekenhuizen hebben in 2011 weer een behoorlijke budgetkorting voor hun kiezen gekregen, voor de algemene ziekenhuizen een totaalbedrag van € 342 miljoen. Daarnaast waren zorgverzekeraars minder bereid om onderhanden werk voor te financieren. Voor 2012 geeft dit extra druk bij de verdere uitbreiding van het B-segment tot circa 70% en de contractonderhandelingen.”

Toch hebben de algemene ziekenhuizen in 2011 de terugval van opbrengsten tot 1% weten te beperken en dankzij evenredige kostenbesparingen de winstmarge zelfs weten te handhaven op 1,9%, dezelfde marge als in 2010. Van den Haak: “Onder druk blijken algemene ziekenhuizen wel degelijk doortastend te kunnen optreden. De uitdaging zit nu in het – met het oog op de toegenomen risico’s in 2012 – verder uitbouwen van deze daadkracht in moeilijke tijden.”

BDO beseft echter dat financiele prestaties weliswaar een belangrijke randvoorwaarde zijn voor ziekenhuizen maar geen doel op zich. Van den Haak: “Afwegingen als kwaliteit en beschikbaarheid van zorg – bijvoorbeeld in dunbevolkte regio’s – spelen uiteraard een cruciale rol bij beslissingen. Wat onze benchmark beoogt is financiele prestaties van ziekenhuizen en de verschillen daarin helder voor het voetlicht te brengen, zodat ze goed met andere factoren kunnen worden meegewogen. Ook kan het verhaal achter de cijfers waardevolle informatie geven over wat wel en niet werkt.”

Middelgrote ziekenhuizen springen er bovenuit…
In dat licht is het opvallend dat financiele prestaties van middelgrote ziekenhuizen er in positieve zin uitspringen. Behalve dat ziekenhuizen in deze omvangcategorie hun absoluut resultaat (totale opbrengsten min totale kosten) gemiddeld met bijna 34,4% wisten te verhogen (tegen een daling van respectievelijk 1,2% en 33,6% voor kleine en grote ziekenhuizen), laten ze ook qua winstmarge (2,4% tegen respectievelijk 1,6% en 1,5%) en rentabiliteit op het eigen vermogen (15,7% tegen respectievelijk  10,8% en 9,5%) kleine en grote collega’s ver achter zich. Mogelijk is, los van kwaliteitsdiscussies, vanuit financieel perspectief sprake van optimale schaalgrootte van ziekenhuizen.

Verder groeide het eigen vermogen – een cruciale buffer in de onzekere tijden waarin ziekenhuizen zich bevinden – bij middelgrote ziekenhuizen het hardst, met gemiddeld 17,9% in 2011 tegen respectievelijk  11,4% en 10,0% voor kleine en grote ziekenhuizen. Een ander opvallend punt is dat middelgrote ziekenhuizen de afgelopen jaren gemiddeld genomen in ieder jaar resultaatgroei hebben laten zien, terwijl de gemiddelde prestaties in de categorieen groot en klein de afgelopen jaren grotere fluctuaties lieten zien.

…door juiste balans tussen wendbaarheid en kwaliteit
De goede scores van middelgrote ziekenhuizen zijn geen toevalstreffer, het is het derde jaar op rij dat de financiele prestaties van deze categorie een stijgende lijn laten zien. Zo hebben middelgrote ziekenhuizen tussen 2009 en 2011 – een periode dus van hoge turbulentie op de zorgmarkt – hun absoluut resultaat meer dan verdubbeld. In dezelfde periode is ook hun winstmarge vrijwel verdubbeld naar 2,4%. En grote en kleine ziekenhuizen? Die zagen hun winstmarge tussen 2009 – 2011 juist wegzakken, respectievelijk van 2,0% naar 1,5% en van 2,3% naar 1,6%. Tegelijk neemt ook de absolute vermogenspositie van middelgrote ziekenhuizen al drie jaar op een rij snel toe.

Rob Karlas, partner en mede-auteur van het rapport: “Deze categorie blijkt de afgelopen drie jaar het meest financieel succesvol, zowel voor wat betreft het terugdringen van de kosten als in het vinden van alternatieve opbrengsten voor wegvallende inkomsten. De resultaten zijn ook interessant in het licht van de discussie over de gewenste omvang en het gewenste aantal ziekenhuizen. ”

Hebben middelgrote ziekenhuizen het gouden recept in handen om turbulentie in de zorg te overleven? Karlas wil hier nader onderzoek naar. “Maar mijn voorlopige inschatting is dat deze categorie de juiste balans tussen wendbaarheid en kwaliteit heeft, waar deze tijd van veranderingen en een trend naar specialisatie om vraagt. Grote ziekenhuizen hebben natuurlijk ook genoeg kwaliteit in huis om de draai naar een meer gespecialiseerde aanpak te maken, maar hebben vaak de wendbaarheid van een olietanker.”

Kleine ziekenhuizen in de provincie in structurele problemen
Het probleem van veel kleine ziekenhuizen, aldus Van den Haak, is juist dat ze vaak te weinig volume of kwaliteit in huis hebben om zich succesvol in een niche te nestelen. “Zeker kleinere ziekenhuizen in de provincie hebben moeite om talent aan te trekken of te behouden. Cijfers in ons onderzoek wijzen er ook op dat dat een groeiend probleem is, nu de druk om te specialiseren wordt opgevoerd.”

Zo is het aantal verlieslijdende ziekenhuizen, waarin kleine ziekenhuizen sterk oververtegenwoordigd zijn, in 2011 weliswaar met slechts één toegenomen tot zeven. Maar tegelijk is het aantal ziekenhuizen, dat al twee of meer jaar met hardnekkig lage of zelfs negatieve winstmarges kampt, sterk gestegen. “Er is in toenemende mate sprake van een tweedeling tussen ziekenhuizen die het wel en ziekenhuizen die het waarschijnlijk niet op eigen kracht gaan redden” aldus Van den Haak.

Centraal ingrijpen bij probleemgevallen
BDO pleit voor een early warning system, waarbij algemene ziekenhuizen jaarlijks gemonitord worden op indicatoren als kwaliteit en financiele performance, gekoppeld aan een centrale aanpak als een ziekenhuis een aantal jaren slechte scores haalt. Van den Haak:  “Wij zijn voor gereguleerde marktwerking, maar je ziet nu dat slecht presterende ziekenhuizen grote moeite hebben om het tij te keren. Wij merken dat de noodzakelijke bedrijfsmatige aanpak nog niet overal is ingebed in de zorg. Om die cyclus te doorbreken is het misschien goed dat de politiek een moment vaststelt waarop in het uiterste geval centraal kan worden ingegrepen. ”

BDO pleit uitdrukkelijk niet voor terugkeer naar het tijdperk van budgetfinanciering. Van den Haak: “Je moet niet weer alles voor de ziekenhuizen willen dichtregelen, maar de goede elementen van de ervaringen van afgelopen jaren behouden. Tegelijkertijd moet je vaststellen dat het zorgverzekeraars, ondanks hun grotere macht en belangrijke rol in de laatste jaren, vooralsnog niet is gelukt om de kosten van de zorg in de tang te krijgen. Mogelijk kan dit worden bereikt door verzekeraars nog meer risico te laten lopen in plaats van ziekenhuizen achteraf te confronteren met macro-kortingen bovenop de al strakke afspraken. Als vanuit de politiek de roep ontstaat om herbezinning van het huidige zorgstelsel, adviseren wij vooral om naar de marktpositie  van zorgverzekeraars te kijken.”

Wie de rol van centrale saneerder eventueel op zich gaat nemen, zal mede afhangen van de uitkomsten van de formatie, zegt co-auteur Van den Haak. “Er kan worden gekozen voor een sterke regierol van de overheid, maar ook voor meer ruimte voor private investeerders of toch de zorgverzekeraars.”

Paal en perk stellen aan resultaatnavigatie
BDO merkt al een paar jaar op dat de vergelijkbaarheid van cijfers in jaarverslagen van ziekenhuizen voor verbetering vatbaar is. In 2011 is dit niet beter geworden en door een aantal factoren verwacht BDO dat de druk om cijfers binnen de wettelijke grenzen voor eigen doeleinden te masseren alleen maar groter zal worden.

Zo zijn verzekeraars – zoals eerder gezegd – minder geneigd zorg voor te financieren en moeten ziekenhuizen – in tegenstelling enkele jaren geleden – hun eigen kapitaallasten opbrengen als ze nieuwbouw plegen.  Van den Haak: “Dit leidt ertoe dat steeds meer ziekenhuizen hun balansen gaan oppoetsen om hun eigen vermogen er beter uit te laten zien ten behoeve van de bank. Gevolg is dat een goede vergelijking van cijfers tussen ziekenhuizen lastiger wordt, omdat ziekenhuizen – ieder om zijn eigen redenen- binnen de wettelijke mogelijkheden grote ruimte heeft om verschillend met verslaggeving om te gaan.”

De omvang van de voorzieningen – zoals voor groot onderhoud of het eigen personeel – vormen een goede illustratie van de grote verschillen in boekhoudkundige benadering. De potjes die ziekenhuizen aanhouden varieren van enkele honderdduizenden euro’s tot tientallen miljoenen. Uitgedrukt in een percentage van het totale vermogen schommelt de omvang van de voorzieningen tussen 0,4% en 23,9% van het balanstotaal.

De huidige verslaggevingsregels van de overheid bieden ziekenhuizen deze ruimte. BDO is echter van mening dat resultaatnavigatie de transparante financiele maatschappelijke verantwoording sterk bemoeilijkt. Van den Haak: “Gegeven de turbulentie in de zorg en de wens om de grip op de zorgkosten te vergroten, zou de overheid de mogelijkheden binnen de verslaggeving eigenlijk sterk moeten terugdringen en daarbij aansluiting moeten zoeken bij verslaggevingsgrondslagen waarin subjectieve elementen zoveel als mogelijk worden beperkt. Een bijkomend voordeel is dat daarmee de verslaggeving minder complex en goedkoper kan worden.”


Het rapport is gratis te downloaden via onze website: www.bdo.nl/benchmarkziekenhuizen2012 

Bron: BDO

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen