Multidisciplinaire afspraken creëren duidelijkheid over samenwerking diabetische voetzorg
Array‘Belang voetzorg bij diabetes nog onderbelicht’
Een kwart van de mensen met diabetes krijgt vroeg of laat te maken met voetproblemen. Door regelmatige controle zijn veel ernstige complicaties – waaronder amputatie – te voorkomen. Goede multidisciplinaire samenwerking is daarbij een must. ProVoet, de brancheorganisatie voor pedicures, nam het initiatief en stelde heldere samenwerkingsafspraken op.
De voeten van diabetespatienten krijgen onbedoeld weinig aandacht van zorgverleners in de diabeteszorgketen. Terwijl je met preventieve voetverzorging veel ingrijpende en dure complicaties voor kunt zijn. Loes Lemmens, senior beleidsmedewerker van ProVoet: “Uit onderzoek blijkt dat je – als je vroegtijdig risicofactoren signaleert – veel ernstige voetproblemen kunt voorkomen. Met preventief voetonderzoek is dus nog veel gezondheidswinst te behalen.â€
Drempels bij samenwerking
Een ander probleem: de disciplines die zich wél bezighouden met de diabetische voet, zijn vaak onbekend met elkaars kennen en kunnen. Lemmens: “Multidisciplinaire samenwerking is op lange termijn goed voor de gezondheid van de voeten van diabetespatienten en is bovendien kosteneffectief. Alleen wordt het in de praktijk te weinig toegepast. Een gemiste kans. Waar dat aan ligt? Zorgaanbieders weten niet goed van elkaar welke expertise ze in huis hebben. Dit geldt voor specialisten als podotherapeuten en pedicures, maar ook voor huisartsen, praktijkondersteuners, diabetesverpleegkundigen en verschillende medisch specialisten. Ze ervaren drempels bij het door- en terugverwijzen. Hierdoor bestaat het risico dat de patient geen voetzorg krijgt óf juist handelingen dubbel moet ondergaan. Kortom, het ontbreekt aan een duidelijk protocol. Daarom hebben we samen met de betrokken beroepsverenigingen hard gewerkt aan goede afspraken in de keten.â€
Afspraken vastleggen
Binnen de kaders van het Nationaal Actieprogramma Diabetes startte ProVoet het project ‘Multidisciplinaire samenwerking rond preventie van diabetische voetulcera’. Lemmens, projectleider van het NAD-project, licht het bijbehorende document toe. “Het doel is heldere samenwerkingsafspraken vast te leggen. Waarvoor is de medisch pedicure verantwoordelijk? Welke problemen behandelt een podotherapeut? In welke gevallen moet je als zorgverlener doorverwijzen, en wanneer is terugverwijzen juist aan de orde? De preventieactiviteiten die we in het document beschrijven, zijn heel divers. Van risico-inschatting en gericht voetonderzoek tot preventieve voetzorg (bijvoorbeeld drukverlaging en eelt verwijderen).â€
Simm’s classificatie als leidraad
Een speciaal ontwikkeld stroomschema maakt de gescheiden verantwoordelijkheden van professionals in de keten inzichtelijk. De voorgestelde werkverdeling is gestoeld op de gemodificeerde Simm’s classificatie, die beschreven wordt in de Richtlijn Diabetische Voet. Lemmens: “De Simm’s classificatie is een risico-inventarisatie die in kaart brengt welke risico’s de patient loopt op het ontstaan van een ulcus of meerdere ulcera. De classificatie loopt van klasse 0 (geen verlies protectieve sensibiliteit (PS) of Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)) tot klasse 3 (ulcus of amputatie in voorgeschiedenis). De Simm’s classificatie kan als leidraad dienen voor de controle- en behandelfrequentie.â€
Jaarlijks voetonderzoek
De voeten van elke diabetespatient moeten minimaal eenmaal per jaar worden onderzocht door een daarvoor geschoolde zorgverlener. Wanneer een afwijking wordt vastgesteld, wordt uitgebreider onderzoek verricht. Naast uitgebreider onderzoek van huid, nagels, standsafwijkingen en schoenen wordt ook vastgesteld of de patient voorlichting en/of psychosociale ondersteuning nodig heeft. Lemmens: “Ook voor voetzorg geldt: voorkomen is beter dan genezen. Mensen met diabetes moeten de zekerheid hebben dat hun voeten op elk denkbaar moment in vertrouwde handen zijn. We hopen dan ook van harte dat de nieuwe samenwerkingsafspraken ertoe leiden dat zorgverleners elkaar makkelijker weten te vinden en beter op de hoogte zijn van elkaars behandelmogelijkheden. Bij de implementatie van het project zijn dat uiteraard belangrijke speerpunten.â€
Bron: Nationaal Actieprogramma Diabetes (NAD)