Effectiviteit inhalatietherapie bij longziekten kan beter

Array

Inhalatietherapie is een veelgebruikte behandeling tegen longziekten zoals astma en COPD. Een effectieve toediening van inhalatiemedicatie is echter afhankelijk van veel factoren. Zo kan gebruik van een bepaald type inhalator in een vochtige badkamer leiden tot een verdubbeling van de afgegeven hoeveelheid inhalatiemedicatie. Ook biedt nieuwe inhalatietechnologie mogelijkheden voor de terugkeer van inhaleerbare insuline en om middelen tegen bijvoorbeeld TBC en vaccins via de luchtwegen toe te dienen. Bart Rottier, kinderarts-pulmonoloog in het UMCG, deed onderzoek naar de toediening van medicatie aan en via de luchtwegen en concludeert dat er nog veel verbeteringen mogelijk zijn. Rottier promoveert op 28 november op de resultaten van zijn onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Inhalatietherapie biedt voordelen ten opzichte van medicijnen die oraal of via injecties worden toegediend, maar een effectieve toediening is afhankelijk van veel factoren. Die factoren zijn onder andere het ziektebeeld, de vorm van de longen, de deeltjesgrootteverdeling van het geneesmiddel en de manier van inhaleren. Rottier onderzocht de effectiviteit van verschillende inhalatorsystemen en concludeerde dat de keuze van de inhalator, inclusief de keuze voor een specifieke voorzetkamer bij een bepaald type inhalator (de dosisaerosol met spacer), de afgegeven hoeveelheid afgeleverde medicijndeeltjes bepaalt. Externe factoren, zoals de luchtvochtigheid, kunnen hierbij van belang zijn. Ook de communicatie tussen zorgverlener en patient is van groot belang voor de juiste voorbereidingshandelingen en inhalatietechniek, maar ook voor het opvolgen van bijvoorbeeld schoonmaakinstructies.

Vochtige badkamer
Dosisaerosols worden meestal gecombineerd met een zogenoemde voorzetkamer, een plastic reservoir dat tussen de inhalator en de mond wordt geplaatst om een rustige inademing van de medicatie mogelijk te maken. Rottier onderzocht de invloed van verschillende variabelen, zoals de snelheid van inademen vanuit de voorzetkamer, de tijdsduur van wachten tussen het ‘afvuren’ van een dosis in de voorzetkamer en het inhaleren daarvan, en de relatieve luchtvochtigheid. Een belangrijke bevinding is dat een verhoging van de relatieve luchtvochtigheid kan resulteren in een verdubbeling van de hoeveelheid inhalatiemedicatie. Naar aanleiding hiervan zou een praktisch advies aan astmapatienten kunnen zijn hun inhalatiemedicatie uit een dosisaerosol met spacer in een vochtige badkamer te gebruiken om het effect hiervan te vergroten.

Inhaleerbare insuline
Nieuwere toepassingsgebieden voor medicijnen in de luchtwegen zijn geneesmiddelen tegen TBC, vaccins en insuline bij diabetes mellitus. Eerder werd een droog poeder-inhalator (de Exubera) voor het toedienen van insuline – een jaar na de introductie – van de markt gehaald, vanwege onder andere de hoge kosten. In zijn onderzoek vergeleek Rottier onder meer het effect van de medicatiedosering van de Exubera met die van de Twincer, een nieuwe inhalator, ontwikkeld door de afdeling Farmaceutische Technologie en Biofarmacie van de Rijksuniversiteit Groningen. Hieruit bleek dat met de Twincer, in vergelijking met de Exubera, met de helft van de hoeveelheid insuline dezelfde insulinespiegel wordt bereikt. De Twincer geeft daarnaast de volledige dosis af in de eerste fase van inademing, waardoor het medicijn ook tot in de diepste luchtwegen kan doordringen. Volgens Rottier bieden deze uitkomsten goede perspectieven voor de terugkeer van inhaleerbare insuline, maar belangrijker nog, ook goede mogelijkheden om middelen tegen bijvoorbeeld TBC en vaccins via de luchtwegen toe te dienen.

Schoonmaakinstructies
Rottier deed ook onderzoek naar het effect van het dagelijks gebruik gedurende zes maanden van twee typen vernevelsystemen voor de inhalatie van antibiotica door volwassenen met taaislijmziekte op het functioneren van deze systemen. Hieruit bleek dat patienten, ondanks het advies dit niet te doen, hetzelfde systeem ook voor andere geneesmiddelen gebruikten en een bepaald onderdeel van het systeem (het druppelproducerende membraan: de ‘mesh’) niet volgens de instructies schoonmaakten. Dit leidde uiteindelijk tot een vermindering van de toegediende medicijndosis door een verstopping van een deel van de gaatjes in de mesh. Rottier concludeert hieruit dat communicatie tussen zorgverlener en patient heel belangrijk is, maar vaak niet leidt tot het juist opvolgen van adviezen.

bron: UMCG/RUG

 

Curriculum Vitae

Drs. Bart Rottier (Amsterdam, 1965) studeerde Geneeskunde aan Vrije Universiteit Amsterdam. Hij deed zijn onderzoek binnen het Groningen Research Institute for Asthma and COPD (GRIAC) in nauwe samenwerking met de afdeling Kinderlongziekten van het Beatrix Kinderziekenhuis van het UMCG en de afdeling Farmaceutische Technologie en Biofarmacie van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van zijn proefschrift is ‘Improving the drug delivery to the lungs.’

 

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen