Delft maakt het aanbrengen van het condoom makkelijker en veiliger
ArrayTwee Delftse ingenieurs, Paul Breur en Adnan Tunović, zochten naar een oplossing om de 3 basisproblemen – te veel gedoe, te weinig gevoel en onveilig gebruik – met 1 uitvinding op te lossen. Zij ontwikkelden de Wingman en gaven het condoom daarmee letterlijk en figuurlijk vleugels: je pakt deze vast en rolt het condoom daarmee in 2 seconden af over de penis, zonder het condoom zelf aan te raken. De vleugels laten aan het eind los. Het kan met 1 of met 2 handen en zelfs in het donker, want je voelt aan het logo op de vleugels wat “boven” is, terwijl het tuitje vanzelf al luchtvrij is. Omdat je het condoom zelf niet aanraakt, kan het van extra dunne latex worden gemaakt, wat een natuurlijker gevoel biedt, zonder concessies te doen aan veiligheid. Lekkerder en veiliger vrijer is het resultaat.
De eerste versie van de Wingman kreeg in 2006 al veel aandacht van alle media en er ontstond reeds grote vraag naar het product, maar de ontwikkelaars vonden het toen nog niet goed genoeg. Het vergde nog jaren van R&D, testen en de ondersteuning en financiele injecties van investeerdersnetwerk Smart Capital Network (SCN) om uiteindelijk tot het huidige hoogwaardige product te komen. De Wingman is wereldwijd gepatenteerd als product en beschermd als model en merk.
Wingman Condoms b.v. werkt voor de verkoop in West Europa exclusief samen met het in Duitsland beursgenoteerde Beate Uhse concern. Na uitgebreid onderzoek door haar productdeskundigen en seksuologen, vond zij de Wingman perfect in haar strategie als “het A-merk van de liefde” passen. Dit is het “ultieme condoom”, aldus Serge van der Hooft, CEO Beate Uhse. De prijs van de Wingman is vergelijkbaar met andere A-merken in de markt. Non profit organisaties voor bijvoorbeeld aidsbestrijding of ontwikkelingshulp, bedient Wingman Condoms b.v. direct, tegen kostprijs. “Juist in achterstandsregio’s zijn de gebruiksrisico’s en de afhankelijkheid van voorlichting te groot. Met de Wingman helpen we deze te reduceren en daar dragen we graag ons steentje aan bij”, aldus Paul Breur, directeur.