IGZ sloot vaker deals met disfunctionerende artsen
Een disfunctionerende arts die maar aanmoddert tot de inspectie uiteindelijk ingrijpt: het gebeurt nog te vaak in Nederland. Collega-artsen zouden in de fase daarvoor hun verantwoordelijkheid moeten nemen om erger te voorkomen. Met de kwestie Jansen Steur is bekend geworden dat ook IGZ niet altijd haar verantwoordelijkheid neemt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg sloot tientallen andere disfunctionerende artsen. Dat zegt hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate in het radioprogramma Argos. Met Jansen Steur werd afgesproken dat hij zich zou uitschrijven uit het artsenregister. In ruil daarvoor zou de inspectie geen tuchtklacht tegen hem indienen. Volgens Legemaate zitten er flinke risico’s aan dit soort afspraken. Schendingen blijven onopgemerkt als de persoon in kwestie die zelf niet meldt. Zo kon Jansen Steur onopgemerkt in Duitse ziekenhuizen werken.
Over disfunctionerende artsen hoor je niet vaak en zaken zoals Jansen Steur zijn gelukkig uitzondering. Toch werd het afgelopen jaar tot twee keer toe een huisartspraktijk gesloten, omdat de huisartsen in kwestie geen verantwoorde zorg leverden. Hoe heeft het zover kunnen komen? Het is onbegrijpelijk dat collega’s en patienten niet eerder aan de bel trokken. En dat moet ook kunnen, want slecht functioneren blijft immers zelden onopgemerkt.
Maar wat wordt er eigenlijk precies verstaan onder disfunctioneren? Kort gezegd is het een structurele situatie van onverantwoorde zorg, waarin een patient wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad en waarbij de betreffende arts niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen. Medisch Tuchtrecht heeft tot doel de kwaliteit van de medische beroepsbeoefening te waarborgen en patienten te beschermen. Welke rol heeft het tuchtcollege als zij dealtjes maakt met disfunctionerende artsen?