Richtlijn palliatieve sedatie meestal goed gevolgd
ArrayDe dagelijkse praktijk rond palliatieve sedatie wijkt weinig af van de richtlijn die door de beroepsgroep is opgesteld. Wel blijkt dat artsen en verpleegkundigen de besluitvorming rondom palliatieve sedatie verschillend beleven. Meer aandacht voor communicatie in de overdracht tussen beide professionals kan hier een oplossing bieden. Aldus gezondheidswetenschapper Tijn Brinkkemper. Hij promoveert woensdag 17 april bij VU medisch centrum.
Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met behulp van slaapmedicatie. Het doel hiervan is het adequaat verlichten van het lijden van de patiënt door het proportioneel verlagen van zijn of haar bewustzijn.
Tijn Brinkkemper onderzocht de KNMG richtlijnen rond palliatieve sedatie. Hij vond dat de praktijk in grote lijnen in overeenkomst is met de richtlijnen. Echter de beleving van de besluitvorming rondom palliatieve sedatie wordt door artsen en verpleegkundigen anders beleefd. Een duidelijke communicatie tussen de artsen en verpleegkundigen bij de overdracht van genomen besluiten rond de sedatie kan hier een oplossing bieden. De gevonden resultaten roepen de vraag op of verpleegkundigen niet een eigen richtlijn palliatieve sedatie zouden moeten hebben.
Brinkkemper keek ook naar meetschalen die gebruikt kunnen worden bij het bepalen van de bewustzijnstoestand van een patiënt gedurende de sedatie. Twee van deze meetschalen gaven een redelijk tot goede betrouwbare meting, terwijl één meetschaal daarnaast ook nog beduidend sneller en gemakkelijker werd gevonden door de verpleegkundigen. Met deze validering is een eerste stap gezet naar een objectief instrument dat kan helpen bij het verbeteren van het comfort van de patiënt tijdens de palliatieve sedatie.