Vrouwen bellen 21 minuten later met 112 als zij acute hartklachten hebben

Array

Gastheer van het  ESC congres, cardioloog, Victor Umans, vertelde dat vrouwen gemiddeld 21 minuten later met 112 bellen als zij acute hartklachten hebben. Vrouwen herkennen de symptomen van een hartaanval beduidend minder goed dan mannen. Als gevolg daarvan vragen vrouwen in veel gevallen te laat om medische hulp. Hartfalen is in veel Europese landen doodsoorzaak nummer één bij vrouwen. Bij mannen onder de 75 jaar overlijdt 38 procent als gevolg van een hartaanval. Bij vrouwen onder de 75 is dit 4 procent meer. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek dat wordt gepresenteerd op het internationale congres van de European Society of Cardiology (ESC), dat aanstaande zaterdag van start gaat in Amsterdam.

Ook expert op het gebied van de vrouwencardiologie, Dr. Harriette Verwey, cardioloog LUMC, is aanwezig en vertelt dat er veel meer kennis bij publiek en eerstelijnszorg nodig is om de overlevingskansen van vrouwen bij hartfalen te verbeteren. Hartfalen is binnen de cardiale aandoeningen het ziektebeeld met het grootste man/vrouw verschil. Er is verschil in type hartfalen, dus in de oorzaak, het verloop en de prognose daarvan. Er is ook verschil in de diagnostiek en behandeling wat zeker ook een belangrijke invloed heeft op de levensverwachting. Zij stelt voor om bij bevolkingsonderzoek bij vrouwen standaard ook bloeddruk en bloedsuiker te meten om hartpatiënten sneller op te sporen en acute hartdood bij vrouwen te reduceren.

Harriette VerweyZowel mannen als vrouwen hebben baat bij deze aanvullende behandelingen. Helaas blijkt dat vrouwen ook in de minderheid zijn wat het aantal ICD-implantaties betreft zelfs wanneer het volgens de richtlijn zou moeten. De behandeling van hartfalen door middel van een chirurgische ingreep kan ook prima bij vrouwen gebeuren. Ze hebben wel meer complicaties, maar de uiteindelijke resultaten zijn goed.

Er twee soorten hartfalen zijn en dat vrouwen vaker last hebben van diastolisch hartfalen. Het diastolisch hartfalen vooral veroorzaakt wordt door veroudering, hoge bloeddruk, suikerziekte en overgewicht. In mindere mate door vernauwing van de hartklep. Vrouwen en ouderen hebben vaker bijkomende ziekten die een slechte invloed hebben op de levensverwachting. Het beloop van systolisch en diastolisch hartfalen bij mannen en vrouwen is min of meer hetzelfde is. Het beloop wordt gekenmerkt door herhaalde ziekenhuisopnames ten gevolge van decompensatie of plotse dood door levensbedreigende hartritmestoornissen. Minder bekend is over het diastolisch hartfalen omdat het vooral op oudere leeftijd voorkomt terwijl de meeste studies bij jongere patiënten en dus veelal mannen gedaan zijn. Patiënten met het diastolisch hartfalen vooral door de huisarts en de internist gezien worden. Dit heeft met de oorzaken zoals hoge bloeddruk en suikerziekte te maken. Er wordt te weinig onderzoek gedaan naar de aard en ernst van het diastolisch hartfalen. Goede diagnostiek leidt tot de juiste diagnose en behandeling. En zo kan onderbehandeling van vrouwen en ouderen worden voorkomen. Dit komt door de oudere leeftijd en bijkomende ziekten, terwijl onderzoek aantoont dat vooral bij het systolisch hartfalen het gunstige resultaat van de behandeling voor vrouwen en mannen gelijk is. De behandeling van ook het diastolisch hartfalen moet verder gaan dan alleen het voorschrijven van een plaspil. Er zijn criteria nodig om duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen natuurlijke veroudering van het hart en ziekte. Hiervoor zijn studies noodzakelijk. Leeftijd en geslacht niet bepalend mogen zijn voor het soort onderzoek en behandeling die een patiënt krijgt. De ernst van de aandoening en de geschatte levensverwachting zijn veel belangrijkere criteria.

Hartfalen vormt in de Westerse wereld, de VS en de ontwikkelingslanden een groeiend probleem. Ongeveer 3 % van de wereldbevolking lijdt aan hartfalen. In Nederland wordt het aantal mensen dat aan hartfalen lijdt, geschat op ongeveer 200.000. Grofweg kan gesteld worden dat de meest voorkomende oorzaken zijn: vergrijzing van de bevolking, betere overleving na een hartinfarct, hoge bloeddruk, suikerziekte, ritmestoornissen en overgewicht. In mindere mate zijn klepafwijkingen en dan vooral vernauwing van de aortaklep als gevolg van veroudering de oorzaak. De oorzaken zijn verschillend, maar de uitingen zijn hetzelfde, namelijk klachten over kortademigheid, moeheid, verlies van conditie en vochtophoping. De prognose van chronisch hartfalen is nog steeds slecht ondanks verbeterde diagnostiek en behandeling.

 

De oorzaken van de man/vrouw verschillen
Het eerste man/vrouw verschil zit hem in het type hartfalen, de oorzaken en bijkomende ziektes die een slechte invloed hebben op de levensverwachting. Hartinfarcten en dus afwijkingen aan de kransvaten komen veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bovendien zijn vrouwen, als ze een hartinfarct doormaken, gemiddeld tien jaar ouder dan de mannen. Systolisch hartfalen zal dus vaker voorkomen bij mannen dan bij vrouwen maar het heeft bij vrouwen een slechtere prognose dan bij mannen. De redenen daarvoor zijn oudere leeftijd en daardoor vaak andere ziektes zoals suikerziekte, nierziekte en artrose. Al deze aandoeningen vragen om hun eigen specifieke behandeling en het een kan tot verergering van het andere leiden. Bij een nieraandoening moet de patiënt soms veel drinken, wat bij hartfalen weer niet mag. Medicijnen die nodig zijn voor de artrose kunnen niet samengaan met sommige hartpillen of leiden in combinatie tot nierproblemen. Het vraagt dus veel zorg om dat in goede banen te leiden en het vereist een goede samenwerking tussen de huisarts, de apotheker, de specialist en de patiënt. Vooral de apotheker kan hierin een centrale rol vervullen omdat hij het loket is waar de medicijnen gehaald worden.

Na de overgang die alleen een vrouw doormaakt, doen zich veel hormonale veranderingen voor. Dit kan leiden tot het ontstaan van hoge bloeddruk, afwijkingen in het cholesterol en in de suikerspiegel en overgewicht met vooral buikvet. Overgewicht leidt tot minder of weinig lichamelijke activiteiten maar ook tot hoge bloeddruk en suikerziekte. Om deze redenen komt het diastolisch hartfalen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

De levensverwachting
Wat het verloop van de ziekte betreft, bestaat er geen onderscheid tussen mannen en vrouwen maar wel kunnen de complicaties verschillend zijn.

Vroeger dacht men dat diastolisch hartfalen een veel gunstiger verloop had dan systolisch hartfalen. Dat is niet zo maar het is nog onduidelijk of het komt doordat de patiënten veel ouder zijn en vaker bijkomende ziekten hebben of omdat er nog te weinig bekend is over diagnostiek en behandeling hiervan.

De prognose van hartfalen wordt bepaald door frequente opnames ten gevolge van de onvoldoende werking van het hart (decompensatie) of door levensbedreigende hartritmestoornissen. Bij diastolisch hartfalen zijn snel boezemfibrilleren, een ritmestoornis vanuit de boezems of plotselinge forse stijging van de bloeddruk veelal de oorzaak van vochtophoping en de nare gevolgen daarvan. Boezemfibrilleren treedt ook op bij systolisch hartfalen en leidt dan meestal tot een geleidelijke verslechtering van de conditie met ook vochtophoping. Kamerritmestoornissen treden vooral op bij systolisch hartfalen en worden dan meestal veroorzaakt door het litteken van een infarct. Een hartblok met als gevolg een heel traag hartritme kan zowel bij systolisch als diastolisch hartfalen ontstaan. Het kan dan nodig zijn om met sommige medicijnen te stoppen of ze in combinatie met een pacemaker te geven.

Ritme- en geleidingsstoornissen als gevolg van het type hartfalen vormen een tweede verschil tussen hartfalen bij vrouwen en mannen. De ingestelde behandeling wordt door het type ritmestoornis bepaald.

Diagnostiek
Niet iedere patiënt die het benauwd heeft, lijdt aan hartfalen. Het is dus heel belangrijk om onderzoek te doen naar de oorzaak van de klachten van de patiënt. Behalve het ECG (hartfilmpje) en het bloedonderzoek is het echo-doppler-onderzoek daarbij van groot belang. Daarmee kun je aantonen of er sprake is van een hartafwijking en ook welke gevolgen dat heeft op de werking van het hart.

Helaas blijkt uit grote overzichtsstudies dat vrouwen niet goed onderzocht worden. Het echo-doppler-onderzoek dat zonder problemen kan worden gedaan, vindt slechts plaats bij iets meer dan de helft van de vrouwen. Dat betekent dat de behandelaar bij een groot deel van de vrouwen niet weet of ze echt hartfalen hebben, wat de onderliggende oorzaak is en hoe die behandeld moet worden. Omdat het diastolisch hartfalen vooral oudere vrouwen treft, zal naast de leeftijd ook mee spelen dat er nog andere bijkomende ziekten zijn, die de levensverwachting negatief beïnvloeden. Hoewel dit te begrijpen is, heeft het wel tot gevolg dat de klachten bij vrouwelijke patiënten niet goed in kaart worden gebracht.

Belangrijk is ook om aan te geven dat, zelfs wanneer er wel goede diagnostiek verricht wordt, het heel lastig kan zijn om de diagnose te stellen. Sommige veranderingen horen bij het ouder worden en de grens tussen natuurlijke veroudering en ziekte is niet altijd heel scherp. Er moet nog veel onderzoek verricht worden, om het onderscheid tussen gewone veroudering en ziekte ook daadwerkelijk te maken.

De grote studies hebben vooral betrekking op jongere patiënten en die hebben veelal systolisch hartfalen. Onze kennis is dus vooral gebaseerd op een jongere populatie met dezelfde klachten maar een ander type hartfalen. Uit een groot Europees onderzoek (Euro Heart Survey) is ook gebleken dat vrouwen minder vaak aanvullend onderzoek in de vorm van nucleair onderzoek en hartkatheterisatie ondergaan. En zonder goede diagnose, geen goede behandeling.

Onder diagnostiek is het derde man/vrouw verschil. Een van de redenen is dat er minder goede criteria zijn om onderscheid te maken tussen normale veroudering en afwijking. Dit laatste is vooral het gevolg van te weinig onderzoek bij ouderen en vrouwen.

Behandeling
Wanneer het hart faalt, komen allerlei stofjes en hormonen vrij die bedoeld zijn om het hart, de bloedsomloop en de bloeddruk te ondersteunen. Helaas schiet dit proces zijn doel voorbij en ontstaat er vochtophoping. De behandeling bestaat uit het afdrijven van vocht en wegnemen van de overbelasting voor het hart. Veel studies waarbij enkele duizenden patiënten betrokken waren, hebben onomstotelijk aangetoond dat instellen op hartfalenmedicatie, bij voorkeur in de juiste dosering, tot een aanzienlijke verbetering van de levensverwachting leidt. Bovendien neemt daardoor ook het aantal opnames vanwege decompensatie aanmerkelijk af. Hoewel er weinig vrouwen en ouderen in de studies waren opgenomen is gebleken dat ook zij, evenals de mannen, veel baat hebben van medicamenteuze behandeling voor hartfalen. Er is dus geen verschil in resultaat van de behandeling.

Het vierde man/vrouw verschil zit hem in de onderbehandeling van vrouwen en ouderen. Helaas, blijkt uit het eerder genoemde Europese onderzoek dat patiënten met hartfalen in het algemeen niet alleen onderbehandeld worden maar ook dat het vooral voor ouderen en vrouwen geldt. De oorzaken zijn ondermeer de veelheid van medicijnen, vooral als er ook andere bijkomende ziektes zijn, en het eerder optreden van bijwerkingen bij vrouwen en ouderen. Dit leidt ertoe dat de noodzakelijke medicatie niet gegeven wordt of in te lage dosering dan wel gestopt wordt bij klachten.

Het vergt veel tijd om patiënten met hartfalen goed ingesteld te krijgen, een taak waarbij de hartfalenverpleegkundigen prima kunnen worden ingezet. Soms is het nodig om naast de medicatie een chirurgische ingreep te ondergaan of – wat vaker voorkomt bij systolisch hartfalen – een pacemaker of ICD te implanteren. De behandeling van diastolisch hartfalen is vooral medicamenteus. Toch kan soms bij chronische boezemritmestoornissen implantatie van een pacemaker al of niet in combinatie met het wegbranden van de oorzaak van de ritmestoornis noodzakelijk zijn.

Bron: ESC & Harriette Verwey

 

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen