Nog steeds veel belangenconflicten in richtlijncommissies
ArrayVan de leden van Amerikaanse commissies die moeten adviseren over definities en diagnostische criteria van veelvoorkomende ziekten, meldt drie kwart banden met de industrie. Ongeveer 85% van de commissies wordt voorgezeten door iemand met dergelijke banden, en van de leden met banden werd de helft door meer dan zeven firma’s betaald. Twee derde van de panels stelde verruiming van de definities en diagnostische criteria voor.
Dit blijkt uit een studie naar de besluitvorming van 14 Amerikaanse panels tussen 2000 en 2013, onder aanvoering van Ray Moynihan en Paul Glasziou (Plos Medicine. 2013; epub 13 augustus). Hoewel het onderzoek, zoals de auteurs zelf ook benadrukken, geen directe causale relatie kan aantonen, past het in recente aanwijzingen dat belangenverstrengeling een belangrijke rol zou kunnen spelen in de totstandkoming van adviezen en richtlijnen, en ‘stelt het vragen bij de huidige procedures.’
De auteurs namen 16 adviezen rond 14 algemene ziektebeelden (van hypertensie en alzheimer tot adhd en depressie) onder de loep. 10 adviezen pleitten voor verbreding van de definities, meestal met verwijzing naar nieuw bewijs voor schade bij mensen die voorheen als niet ziek werden beschouwd (pre-hypertensie) of nieuwe biomarkers en tests (alzheimer). Slechts 6 panels merkten op dat een dergelijke uitbreiding ook nadelen zou kunnen hebben, en geen enkele probeerde die nadelen te kwantificeren. Het panel over anemie, met niet minder belangenverstrengeling onder de leden, adviseerde de normen te verscherpen.
In 2011 deed de Amerikaanse Institute of Medicine de aanbeveling dat in dergelijke adviesraden geen deskundigen zouden moeten zitten met industriële banden; Moynihan et al. zagen het aandeel van dergelijke deskundigen in de door hen onderzochte commissie sindsdien amper slinken.
Bron: NTvG/Hans van Maanen