
NZa: Vraag moet rol spelen bij inkoop van Forensische Zorg
ArrayNZa publiceert marktscan Forensische zorg
In de forensische zorg (FZ) moeten aanbieder en justitie in de onderhandelingen meer rekening houden met de vraag naar zorg. Dat stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in haar marktscan. Hoewel de FZ in de overgang zit naar prestatiebekostiging, is in de scan te zien dat de vraag naar zorg nog geen onderdeel is van de onderhandelingen. Dat zou vaker zo moeten zijn, vindt de NZa.
FZ is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg die onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel.
De totale omzet in de FZ steeg de afgelopen jaren met 30%, blijkt uit de scan. Dit wordt veroorzaakt door zowel intramurale en ambulante zorg. Vooral de omzet van begeleiding (GGZ en verstandelijk gehandicapten) groeit. Hoe dit precies komt, kan de NZa nog niet duiden, omdat ze bijvoorbeeld nog geen informatie heeft over het aantal cliënten. Daarvoor heeft de NZa de registratie- en declaratiegegevens (DBBC’s en ZZP’s) van zorgaanbieders nodig. De NZa maakt daarover afspraken met de zorgaanbieders.
Dit jaar is de FZ in de overgangsfase naar prestatiebekostiging. Daarbij gaat het om het bekostigen op basis van de werkelijke vraag. Daarom vindt de NZa dat die vraag meer onderdeel moet worden van de afspraken bij de zorginkoop. De marktscan laat zien dat nu vooral de beschikbare capaciteit voorop staat. Voor de FZ is extra beschikbaarheid van aanbod, voor opvang van bijvoorbeeld TBS’ers, belangrijk. Daarom is een keuze nodig om beschikbaarheid van capaciteit voor een deel los van de werkelijke vraag te regelen.
In 2014 brengt de NZa weer een scan forensische zorgmarkt uit, waarin de voortgang van prestatiebekostiging en omzetcijfers terugkomen.