Patiënten geven umc’s een dikke 8
De patiënten van de acht universitair medische centra (umc’s) in Nederland zijn over het algemeen positief over hun opname in het ziekenhuis dan wel hun poliklinische behandeling. Zij waarderen de zorg in de umc’s met respectievelijk een 8,07 en een 8,22. Vooral met de communicatie en bejegening van de artsen en verpleegkundigen hebben ze goede ervaringen. Dit geldt ook voor de uitleg van de behandeling en het pijnbeleid bij ziekenhuisopname. De communicatie over de medicatie zou daarentegen beter kunnen. Een en ander blijkt uit een meting naar patiëntervaringen dat de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) begin dit jaar heeft laten uitvoeren en waarvan de resultaten inmiddels bekend zijn.
In het eerste kwartaal van 2013 werden 100.000 patiënten gevraagd naar hun ervaringen met de zorg in de acht umc’s. De vragen gingen over vijftig tot zeventig aspecten van de zorg: van het allereerste gesprek in het ziekenhuis tot aan het ontslag na opname. De patiënten die werden opgenomen in het ziekenhuis kregen een andere vragenlijst dan de patiënten die de polikliniek bezochten.
Van de benaderde patiënten heeft 31 procent de vragenlijst ingevuld. Uit de antwoorden blijkt dat de patiënten gemiddeld vooral positief zijn over de communicatie en bejegening van artsen en verpleegkundigen. Ook de uitleg van de behandeling en het pijnbeleid bij ziekenhuisopname krijgen hoge scores. De communicatie over de medicijnen zou beter kunnen, evenals de ruimte voor eigen inbreng bij de ziekenhuisopname. Ook het begin en einde van een poliklinische behandeling of een ziekenhuisopname verdienen meer aandacht. Bij de ziekenhuisopname scoren de inhoud van het opnamegesprek en de informatie na ontslag minder hoog, in de polikliniek is de nazorg een verbeterpunt.
Opvallend is dat de umc’s elkaar niet veel ontlopen; per onderdeel zwermen ze rond het gemiddelde.
In het onderzoek is ook gekeken of patiënten sommige specialismen hoger waarderen dan andere specialismen in de umc’s. Enkele specialismen springen er inderdaad uit. In de kliniek waren dat Keel- Neus en Oorheelkunde, Oogheelkunde, Gynaecologie, Hematologie en Medische Oncologie, en in de polikliniek Hematologie, Medische Oncologie, Gynaecologische Oncologie, Klinische Genetica, Nierziekten, Radiotherapie, Verloskunde en Voortplantingsgeneeskunde. In de kliniek behoorden Interne Geneeskunde, Neurologie en Maag-, Darm- en Leverziekten tot de lager scorende specialismen; in de polikliniek Plastische Chirurgie en Oogheelkunde.
De Raden van Bestuur van de acht umc’s bekijken binnenkort samen met de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ) welke gerichte acties er worden ondernomen om de zorg nog verder te verbeteren. Volgend jaar wordt de meting herhaald om te toetsen of er in de ogen van de patiënten vooruitgang is geboekt.
Bron: NFU