Valkuil in diagnostisch denken arts ontrafeld
ArrayOpvallende afleidende klinische kenmerken (‘salient distracting clinical features’) veroorzaken diagnostische fouten onder artsen, met name wanneer ze aan het begin van een moeilijke casus naar voren komen. Dat schrijven Sílvia Mamede en collega’s (Erasmus MC) in Academic Medicine (2013; epub 25 november).
Opvallende afleidende klinische kenmerken kunnen door hun sterke associatie met bepaalde ziekten leiden tot ‘premature closure’: ze eisen de aandacht op waardoor de arts het differentiaaldiagnostische denkpatroon voorbarig afsluit. Denk bijvoorbeeld eens aan een man met retrosternale pijn. Hij is eerder bij de dokter geweest wegens refluxoesofagitis en gebruikt omeprazol. Diagnose?
In maart 2012 legden de onderzoekers 12 simpele en complexe casussen voor aan 72 eerste- en tweedejaarsassistenten interne geneeskunde. De onderzoekers voegden bij sommige casussen een afleiding toe, aan het begin of aan het einde.
De assistenten stelden even vaak de juiste diagnose bij simpele casussen, ongeacht de aanwezigheid van een afleidend kenmerk. Bij moeilijke casussen losten de deelnemers 18% van de casussen op met een opvallend klinisch kenmerk aan het begin, terwijl zij 43% van de casussen zonder afleidend kenmerk en 36% van de casussen met een afleidend kenmerk aan het einde juist beantwoordden.
Hoewel patroonherkenning een grotendeels onbewust proces is, weinig tijd kost en minimale inspanning vergt, eiste een vroeg afleidend kenmerk juist méér tijd en inspanning van de assistenten. De auteurs beschrijven dat er wellicht 2 reacties zijn na vroege afleidende kenmerken: de al genoemde premature closure, waardoor het denken automatisch en sneller gaat, of dubbelzinnigheid en verwarring, waardoor dat niet het geval is. Patiënt met retrosternale pijn? Virale pericarditis.
Bron: NTvG