Gevreesde tijgermug in België gesignaleerd
ArrayDe Aziatische tijgermug reist de wereld rond in tweedehandsbanden en lucky bamboo-planten en is dit jaar ook in België gearriveerd. Het risico voor de volksgezondheid is voorlopig gering, omdat het onzeker is of de mug die virussen zoals knokkelkoorts of chikungunya kan overdragen de winter zal overleven. Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen houdt de exoot intussen goed in de gaten.
Sinds vorige zomer volgen onderzoekers van het ITG een populatie Aziatische tijgermuggen (Aedes albopictus) op in een bandenimportbedrijf in de buurt van de Antwerpse haven. In juli 2013 ontdekten collega-onderzoekers van de Universiteit van Luik – Gembloux Agro-Bio Tech reeds een eerste exemplaar van deze tijgermug op dit bedrijf (bit.ly/1eumizn).
Het lopend onderzoek aan het ITG kadert in een surveillanceproject voor exotische muggen, knijten en teken, gefinancierd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). De populatie van Aziatische tijgermuggen aan de haven van Antwerpen bleek actief te zijn tot in oktober 2013. Daarnaast werd eind november 2013 ook één levende larve van deze exotische mug gevonden in een lading lucky bamboo-planten in de haven van Antwerpen. Importbedrijven voeren deze sierplanten op regelmatige basis rechtstreeks in via zeecontainers uit China.
“Deze mug hebben we liever niet in België aangezien ze verschillende virussen kan verspreiden waaronder gele koorts, knokkelkoorts en chikungunya, al komen deze virussen meestal het land binnen via een geïnfecteerde reiziger,” aldus ITG-biologe Isra Deblauwe.
Aedes albopictus heeft een voorkeur voor menselijk bloed en is heel agressief. Ze komt oorspronkelijk uit Zuidoost Azië, maar veroverde al Amerika en Zuid-Europa en trekt nu noordwaarts richting onze contreien. Als één van de 100 meest invasieve soorten, reist de tijgermug de wereld rond via de handel in goederen, vooral in tweedehandsbanden en lucky bamboo-planten. Het water dat in banden blijft staan of waarin de planten vervoerd worden, is een ideale afzetplaats voor de eitjes van deze muggen.
“Onze noorderburen in Nederland kennen het probleem al een paar jaar en treden daar ook onmiddellijk op door ze te bestrijden met biociden. In ons land zijn deze biociden illegaal en kunnen we momenteel nog niet bestrijden. Een uitzondering op de biociden-wet is hiervoor nodig en dat vraagt tijd,” zegt Deblauwe.
In 2000 is de tijgermug al eens aangetroffen in hetzelfde bandenbedrijf in de buurt van de Antwerpse haven, maar is sindsdien niet meer gesignaleerd ondanks kortetermijn-
Volksgezondheid
Er is momenteel geen aanleiding tot zorgen over de volksgezondheid. De kans is heel klein dat de geïmporteerde tijgermuggen dragers zijn van virussen, zoals knokkelkoorts of chikungunya. Deze virussen komen meestal het land binnen via een geïnfecteerde reiziger die op zijn beurt de bron kan zijn van een inheemse besmetting, denk maar aan het geval van knokkelkoorts in Frankrijk in oktober vorig jaar. Om overdracht van het virus mogelijk te maken, moeten het virus en de tijgermug dan nog eens op hetzelfde moment op dezelfde plaats aanwezig zijn.
“Momenteel is de populatie van tijgermuggen aan de haven van Antwerpen nog veel te klein en moet ze eerst kunnen overwinteren vooraleer ze kan uitbreiden. De toenemende internationale handel en de opwarming van het klimaat kunnen hier echter in de toekomst verandering in brengen,” waarschuwt Deblauwe.
Daarom is een langetermijn-surveillanceplan op mogelijke importplaatsen in België aangeraden. Ook de registratie van biologische bestrijdingsmiddelen volgens de EU-richtlijnen is een must om de verspreiding van de tijgermug en dus toekomstige uitbraken van voorlopig ongeneesbare ziektes tegen te gaan.
Bron: Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) Antwerpen,