Borstkanker bij mannen
Array
Proefschrift Miangela Lacle, universiteit Utrecht
In haar proefschrift wilde Miangela Lacle de verschillen tussen borstkanker bij mannen en bij vrouwen beter begrijpen. Ze hoopt zo het ontstaan van borstkanker bij mannen beter te begrijpen. In tegenstelling tot borstkanker bij vrouwen blijkt de expressie van het Bcl2-eiwit niet van waarde te zijn bij het voorspellen van de prognose of overlevingskans bij mannen, ook niet in combinatie met de delingsactiviteit van de tumor.
De expressie van het eiwit CTGF in het bindweefsel rond de tumor wordt in een hoog percentage van de borstkankergevallen bij mannen gezien en staat in verband met hogere graad van de tumor en een hogere delingsactiviteit, maar heeft echter geen prognostische waarde. Verschillende prognostische modellen ontwikkeld en gevalideerd voor borstkanker bij vrouwen, werken ook goed bij mannen.
De combinatie van genkopie verlies van de lange arm en een toename van de korte arm van chromosoom 16 onderscheidt een groep van mannen met borstkanker met een laag percentage uitzaaiingen naar de klieren.
Genkopie toename van NEUROD2 gelegen op chromosoom 17 komt naar voren als een onafhankelijke prognostische factor. Dit heeft mogelijk verband met genkopie toename van de hiernaast gelegen genen.
Op basis van onze bevindingen kan een rol van het X chromosoom bij het ontstaan van borstkanker bij mannen worden gesuggereerd. Een groot deel van de mannengroep heeft een BRCA2 gelijkend genkopie profiel wat verder onderzoek naar behandeling gericht op BRCA-afwijkingen noodzakelijk maakt.
Bron: Universiteit Utrecht
