Beroepsverbod voor zorgverlener die fors in de fout is gegaan
ArrayDe minister wil voorkomen dat de artsen toch weer met patiënten aan het werk gaan na veroordeling
Minister Schippers wil een beroepsverbod voor artsen en andere zorgverleners die ernstig in de fout zijn gegaan. De minister wil voorkomen dat ze toch weer met patiënten aan het werk kunnen nadat ze zijn veroordeeld. De Wet BIG gaat over beroepsbeoefenaren in de zorg. Aan een deel van de beroepsbeoefenaren in de zorg worden in deze wet specifieke eisen gesteld. Het gaat hierbij om beroepsgroepen die direct patiëntencontact hebben en waarbij het vanuit het perspectief van patiëntveiligheid nodig is om het beroep wettelijk te reguleren. Deze beroepsgroepen moeten aan opleidingseisen voldoen en BIG-geregistreerde beroepsgroepen zijn tuchtrechtelijk aanspreekbaar op hun handelen. De wet is hiermee een belangrijk instrument in het borgen van de kwaliteit van zorg en het beschermen van patiënten
Aanleiding zijn incidenten met onder meer tandartsen die door Altijd Wat Monitor onder de aandacht van de IGZ is gekomen. In het huidige systeem worden artsen na een civiele veroordeling of door de strafrechter geschorst of door medisch tuchtrechter worden geschorst. Maar ze mogen echter dan nog wel voor een collega of voor een instelling werken. In een brief aan de Tweede Kamer laat Schipper weten daar verandering in te willen hebben. Van beroepen die wettelijk gereguleerd zijn, zoals, arts, klinisch technoloog en de physician assistant, moeten voldoen aan de voorgestelde criteria.
In haar brief van 16 juli 2013[4] heeft zij de Kamer geïnformeerd over aanpassing van het tuchtrecht in de Wet BIG om in het kader van patiëntveiligheid beter op te kunnen treden tegen disfunctionerende beroepsbeoefenaren. In deze brief heb ik aangekondigd dat ik wil voorzien in de volgende mogelijkheden:
– tuchtrecht tijdens een schorsing van kracht blijft, zodat tegen beroepsbeoefenaren die tijdens een schorsing handelen in strijd met de tuchtnormen of met de schorsing een tuchtklacht kan worden ingediend;
– tuchtrechter op aangeven van de IGZ op korte termijn aan een beroepsbeoefenaar een voorlopige voorziening kan opleggen, bij een ernstig vermoeden van gedragingen waardoor het volksgezondheidsbelang ernstig wordt geschaad of dreigt te worden geschaad;
– maatregelen bezien op toegankelijkheid, effectiviteit en reikwijdte van het tuchtrecht.
– mogelijkheid kostenveroordeling
– klacht wijzigen tijdens het vooronderzoek
Met bovenstaande maatregelen denkt de minister in de toekomst het doel van de Wet BIG nog beter te kunnen bereiken, namelijk het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. Zij verwacht een wetsvoorstel met de voorgestelde wijzigingen in de loop van 2015 aan de Kamer te kunnen aanbieden.