Betere zorg voor ernstige kinderobesitas nodig
ArrayPsycholoog Jutka Halberstadt onderzocht hoe de gezondheidszorg voor kinderen met ernstige obesitas verbeterd kan worden. Zij stelde vast dat adequate langdurige zorg en ondersteuning belangrijk zijn, zodat kinderen met ernstige obesitas op de langere termijn hun gedragsverandering kunnen volhouden. De huidige behandelopties zijn beperkt en ook is de kennis over welke behandeling voor wie werkt gebrekkig. Halberstadt keek onder andere naar psychologische aspecten die een rol kunnen spelen bij het succes van behandeling op de lange termijn. Hierbij lag de focus op zelfregulatie. Dat is het vermogen om je gedrag, gedachten en emoties zo te sturen dat je persoonlijke doelen zoals een gezondere leefstijl bereikt. Zij promoveert 14 december.
Opvallende verschillen
Halberstadt onderzocht bij 120 kinderen tussen de 8 en 19 jaar met ernstige obesitas of hun vermogen tot zelfregulatie na afloop van een intensieve leefstijlbehandeling van een jaar, samenhing met hun gewichtsverloop daarna. Deze behandeling leidde tot duidelijke verbeteringen in de ervaren kwaliteit van leven van de onderzoeksdeelnemers op fysiek en psychosociaal gebied en de mate van overgewicht nam gemiddeld af in het jaar van de behandeling. Het jaar hierna bleef dit gewichtsverlies gemiddeld voor een deel behouden. Wat opviel was de grote variatie tussen kinderen. Sommige eindigden zwaarder dan ze begonnen en andere vielen af tijdens de behandeling en waren in staat na de behandeling nog verder af te vallen. Halberstadt onderzocht psychologische aspecten die de individuele verschillen in langdurige gewichtsbeheersing konden verklaren. “De psychologische aspecten heb ik bijvoorbeeld gemeten door te kijken naar: hoe goed kan een kind impulsen beheersen?” De opvallende individuele verschillen in lange-termijn-gewichtsbeheersing konden, tegen de verwachting van Halberstadt in, maar voor een klein deel worden verklaard door het gemeten vermogen tot zelfregulatie.
Verleidelijke decembermaand
Vermoedelijk beïnvloeden andere psychologische, biologische en omgevingsfactoren het eetgedrag en gewicht, en doen die het vermogen tot zelfregulatie voor een deel teniet. Denk aan factoren als armoede en een gebrek aan kennis en vaardigheden bij kind en ouders op het gebied van een gezonde leefstijl. Halberstadt: “Vooral omgevingsfactoren lijken extra zwaar te wegen. Bedenk maar eens hoe moeilijk het voor een kind met obesitas is om nu, in de decembermaand, de continue stroom van verleidelijk voedselaanbod te weerstaan.”
Halberstadt onderzocht kinderen die, omdat eerdere behandelingen bij hen onvoldoende effect hadden gehad, doorverwezen waren naar een behandeling waarbij ze tijdelijk werden opgenomen in een kliniek. De behandeling was een groepsbehandeling van een jaar, waarin de kinderen enkele maanden op doordeweekse dagen in de kliniek verbleven. Na deze opnameperiode kwamen ze de rest van het behandeljaar regelmatig terug voor tweedaagse herhaalsessies. Hun ouders of verzorgers werden actief betrokken bij de behandeling, die was gericht op voeding, beweging en ondersteuning bij gedragsverandering.
Adequate langdurige zorg en ondersteuning
Halberstadts onderzoeksuitkomsten onderstrepen hoe belangrijk adequate langdurige zorg en ondersteuning zijn, zodat kinderen met ernstige obesitas op de langere termijn hun gedragsverandering kunnen volhouden. Halberstadt: “Obesitas is een chronische ziekte. Dat kan dus betekenen dat iemand levenslang begeleiding nodig heeft.” Halberstadt presenteert in haar proefschrift daarom een nieuw model voor optimale diagnostiek en behandeling van ernstige kinderobesitas, gebaseerd op wetenschap en praktijk. In dit model staat onder meer beschreven hoe een adequaat behandelaanbod er uit kan zien. De hulp moet aansluiten bij de mogelijkheden, wensen en behoeften van de kinderen en hun gezin en ook is aandacht voor de omgeving waarin het kind opgroeit van groot belang. Zorg op maat dus, want niet elke behandeling werkt voor elk kind. De komende jaren werkt Halberstadt in opdracht van het ministerie van VWS aan het gebruik van dit model, dat uiteindelijk in heel Nederland gebruikt moet worden.
Halberstadt bracht in 2014 samen met haar promotor, hoogleraar Jaap Seidell, het boek Het Voedsellabyrint uit.