Digitale cursus voor chronische pijn

Array

Patiënten starten digitale cursus over chronische pijn
Om 2,2 miljoen Nederlanders met chronische pijn te ondersteunen ontwikkelden Spierziekten Nederland en 17 patiëntenorganisaties een online cursus ‘Omgaan met pijn’. De cursus is gebaseerd op de nieuwe zorgstandaard Chronische Pijn en is ontwikkeld in samenwerking met pijnspecialisten uit diverse centra.

Acute pijn
De meerderheid van de patiënten met spierziekten heeft last van chronische pijn. Dat is ook het geval bij tal van andere chronische aandoeningen. Acute pijn heeft een waarschuwingsfunctie: een orgaan of een ander lichaamsdeel is bijvoorbeeld ontstoken. Of een spier of pees is gescheurd.

Chronische Pijn
Vaak begint chronische pijn als acute pijn. Daarna spelen ook andere factoren mee die de pijn in stand houden. Zo kan het gebeuren dat het brein pijnsignalen blijft ontvangen, ook al is het oorspronkelijke letsel weggenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij fantoompijnen. Ook kunnen psychische factoren de pijn in stand houden. Bijvoorbeeld als een patiënt gaat catastroferen (zich heel ongelukkig gaat voelen). Verder kunnen sociale omstandigheden de pijn chronisch maken. Als patiënten met chronische aandoeningen alleen aandacht krijgen van hun naasten of zorgprofessionals als zij pijn tonen, bestaat het risico dat zij alleen al daardoor chronische pijn ontwikkelen.

Gevaren
Door het verkeerd omgaan met chronische pijn kunnen patiënten hun pijn nog verergeren. Hier liggen drie gevaren op de loer:

  1. Mensen met chronische pijn hebben vaak goede – en slechte dagen. Op goede dagen is de pijn afwezig. Zij gaan dan druk aan de slag, bijvoorbeeld in de tuin of in huis. Meestal volgt na zo’n goede dag een slechte dag, omdat men zich geforceerd heeft . Beter is het om ook op goede dagen de eigen activiteiten te doseren. Dit heet pijnmanagement.
  2. Patiënten met chronische pijn hebben de neiging zich groot te houden. Zij geven dan sociaal wenselijke antwoorden op vragen naar hun welbevinden. Later moeten ze hun voorgewende flinkheid vaak bekopen met fikse pijnen.
  3. Het derde gevaar is medicatieverslaving. Door steeds maar weer pijnstillers te slikken, gaat het lichaam zich daarop instellen. De verslaving kan zowel somatisch als psychisch oorzaken hebben.

Uitvraaggesprek
Vanwege de complexe oorzaken en instandhoudingsfactoren van chronische pijn, zou iedere arts, fysiotherapeut of verpleegkundige een multidisciplinaire diagnose over chronische pijn moeten stellen met scoringsvragenlijsten en een grondige anamnese. Noem het maar een uitvraaggesprek. Daarvoor ontbreken vaak de tijd en de competentie bij zorgverleners. Ook komt het voor dat patiënten de moed al opgegeven hebben dat er iets te doen is aan die chronische pijn. Zij verzwijgen die klachten dan tijdens het consult.

Eigen inbreng
Chronische pijn kan een grote invloed hebben op het maatschappelijk functioneren en het persoonlijk welzijn van iemand. Hulpverleners kunnen soelaas bieden, maar patiënten kunnen zelf ook veel doen aan een betere kwaliteit van leven. Chronische pijn is in de regel niet uitsluitend te behandelen met een pil of een medische ingreep. Het doel van de online cursus is dan ook om informatie te geven aan patiënten over het ontstaan en het bestrijden van chronische pijn. Na de cursus weet de patiënt hoe hij zelf kan werken aan herstel. Verder komen er vele patiënten aan het woord met tips over het omgaan met chronische pijn. De cursus tref je hier aan.  De kosten bedragen 95 eurocent.

Bestuursvoorzitter
Al deze informatie pikte ik op voorafgaande aan de jaarlijkse ledenvergadering van Spierziekten Nederland. Tijdens die vergadering hebben de leden mij gekozen tot hun bestuursvoorzitter. Dat is een niet-betaalde functie van circa twee dagdelen per week. Ik neem mij voor regelmatig in deze nieuwsbrief over Spierziekten Nederland te publiceren.

Bron: Guus Schrijvers

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen