
Functiegerichte aanspraak en protocol hoorhulpmiddelen
ArraySinds een aantal jaren bestaat er voor #hoorhulpmiddelen, waar onder ook hoortoestellen vallen, een functiegericht aanspraak. Het hoorhulpmiddel dat u verstrekt krijgt moet adequaat zijn. Als uw problemen en zorgvraag complex is, krijgt u een complex #hoortoestel; is uw gehoorproblematiek eenvoudig en uw zorgvraag gering dan krijgt u een simpelere oplossing.
Hoorprotocol
Er wordt ondertussen sinds januari 2013 geëxperimenteerd met een hoorprotocol waarmee de slechthorende cliënt in een categorie wordt ingedeeld. Er bestaan vijf patiënt-categorieën. Vervolgens vindt er een koppeling plaats tussen de categorie waarin u bent ingedeeld en een hoortoestelcategorie (lopend van eenvoudig (categorie 1) tot en met complex (categorie 5). Andere hoorhulpmiddelen (hoofdtelefoons e.d.) komen vooralsnog niet voor in het protocol. Helaas is door deze aanpak de aanpassing wat “plat geslagen” en krijgen veel mensen niet meer de #hoorzorg die ze eigenlijk nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Er wordt getest in stille ruimten. Maar in het dagelijks leven is er geluid om je heen, dat vaak wezenlijk onderdeel uitmaakt van conversaties en begrijpen van gesprekken.
Onvoldoende individuele aanpassing
Met het hoorprotocol versie 1 zoals het er nu nog steeds ligt (januari 2016), worden vooral de problemen in kaart gebracht. Dit gebeurt door middel van een vragenlijst die wordt afgenomen bij de audicien. Met deze vragenlijst, die zeer bepalend is, wordt momenteel onvoldoende gekeken naar uw individuele zorgvraag. Dit laatste is vreemd omdat u in veel situaties problemen kunt ervaren, maar daar geen oplossing voor wenst omdat de situatie zich weinig voordoet of doordat u deze niet belangrijk vindt.
Horen in specifieke situaties
Ook kan het probleem niet heel groot zijn, maar kan verstaan in een bepaalde situatie voor u zeer essentieel zijn. Juist uw individuele zorgvraag zou centraal moeten staan en dat gebeurt in de eerste versie en nog steeds gehanteerde hoorprotocol niet.
Akoestische omgeving
Daarnaast kan van tevoren moeilijk de akoestische omgeving (galm, lawaai) in kaart worden gebracht van uw individuele luistersituaties en is het juist de praktijk die moet uitwijzen of een hoorhulpmiddel voor u voldoet en of u niet een hoortoestel uit een hogere (of lagere) categorie voor u adequaat is.
Extra zorgvraag
Wanneer een hoortoestel niet voldoet, dan moet uit de zelfde categorie waarin de slechthorende cliënt is ingedeeld nog een hoortoestel worden uitgetest. Voldoet ook dit tweede hoortoestel niet dan kan de audicien bij de zorgverzekeraar een zogeheten ‘extra zorgvraag’ worden ingediend voor een hoortoestel uit een hogere categorie.
Sommige verzekeraars accepteren een dergelijke aanvraag van een audicien, weer andere verzekeraars eisen daarvoor een voorschrift van een audioloog. Is er voldoende argumentatie waarom de slechthorende cliënt een hoortoestel uit een hogere categorie nodig heeft om te kunnen functioneren, dan wordt deze door alle verzekeraars voor 75% vergoed. Ook is het mogelijk om zo voor een hoortoestel in aanmerking te komen die buiten de vijf hoortoestelcategorieën vallen. Dit worden ook wel de ‘buitencategorie’ hoortoestellen genoemd.
Bron: Hoorzaken