
Nucleair-geneeskundige therapieën: potentiële blootstelling voor derden : Dosisberekeningen als basisinformatie voor de herziening van maatregelen en leefregels.
ArrayIn Nederland krijgen patiënten bij de behandeling van bepaalde ziekten in totaal ongeveer 4500 keer per jaar radioactieve stoffen toegediend. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij schildklierkanker en uitgezaaide prostaatkanker. Door deze behandeling kunnen patiënten zelf een bron van straling worden. Als zij naar huis mogen, kunnen zij mensen in hun omgeving blootstellen. Dit geldt voor directe familieleden, maar ook voor verzorgers, chauffeurs, medepassagiers in een vliegtuig, enzovoort.
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de blootstelling aan straling flink lager kan worden met ‘leefregels’ na ontslag uit het ziekenhuis. Voorbeelden zijn afspreken om de duur van het contact met de patiënt te beperken, of de afstand tot die persoon te vergroten. Leefregels hebben het meeste effect voor handelingen die lang duren, zoals slapen, naar school gaan of studeren, uitgaan en zorgen voor kinderen.
Het RIVM heeft een methode opgezet om te berekenen aan hoeveel straling mensen in de omgeving van een patiënt blootstaan en wat het effect van leefregels is. Hierin zijn scenario’s verwerkt voor alledaagse situaties met bijvoorbeeld de partner, kinderen en verzorgers van de patiënt. Deze scenario’s kunnen worden aangepast of uitgebreid.
De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om de leefregels die die patiënten nu mee naar huis krijgen te actualiseren. De huidige leefregels zijn namelijk opgesteld in 2004 en zijn nog niet toegespitst op nieuwere therapieën.
Auteurs
A Kloosterman, A van Dijk, L Boudewijns-Schoonderbeek, T van Dillen, Y Kok-Palma, A van der Reijden, D Siegersma, M Velsma, I de Waard-Schalkx, F Dekkers
Bron: RIVM