Voor goede jeugdzorg bestaat geen standaard

Array

De aangekondigde bezuiniging van 500 miljoen euro in de jeugdzorg zorgt voor beroering. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen keerden veel plaatselijke afdelingen van landelijke partijen zich tegen de kabinetsplannen. Jeugdwerkers uit het hele land legden op 15 maart hun werk 24 uur lang neer en trokken naar het Malieveld. De Eerste Kamer dringt nu aan op snelle duidelijkheid.

De bezuinigingsplannen houden onder andere het terugdringen van lichte jeugdzorg in, het invoeren van een eigen bijdrage en het normeren ofwel beperken van de behandelduur. Dat laatste betekent dat er van tevoren is vastgesteld dat de behandeling van een bepaald probleem niet langer mag duren dan een afgesproken aantal ‘contactmomenten’.

Een behandeling van een angstig kind bijvoorbeeld bestaat uit zes ‘contactmomenten’ en een huisbezoek. Het vastleggen van de duur van een behandeling en het werken volgens vaste behandelprotocollen doen geen recht aan de orthopedagogiek, die een weg wil wijzen in problematische opvoedingssituaties. Elk kind, elke opvoedsituatie is uniek en vraagt om ondersteuning op maat. Als tijdens de behandeling blijkt dat er meer problemen spelen of iets anders nodig is, moet daar ruimte voor zijn. De deskundige kan wel de koers bepalen, maar ouders en kind bepalen het tempo.

Het kabinet wil meer bewezen effectieve behandelvormen. De effectiviteit van een behandeling is beter te meten als iedereen die op dezelfde manier uitvoert. De vraag is alleen dan wel wat een behandeling effectief maakt.

Een onderzoek dat in dit verband vaak wordt aangehaald, is van de Amerikaanse hoogleraar psychotherapie Michael J. Lambert. Hij toonde aan dat slechts 15 procent van het succes van een behandeling kan worden toegeschreven aan de keuze voor een bepaald behandelprotocol. De mate waarin het kind of de ouder de therapeut vertrouwt en een goede relatie met hem of haar kan opbouwen, draagt daarentegen voor 30 procent bij aan succes. Door de behandelduur in de jeugdzorg te normeren, maak je het protocol belangrijker en wordt de relatie meer ondergeschikt. Hiervan is al bewezen dat dit niet effectief zal zijn.

Goede jeugdhulp vraagt om professionals die geen standaardprotocol uit de kast pakken maar voor elk kind weer opnieuw op zoek gaan naar een passende werkwijze zonder vooraf vastgestelde behandelduur.

Matthijs Heijstek is orthopedagoog-generalist en onderzoeker naar behandelingen van probleemgedrag bij mensen met een verstandelijke beperking bij Zozijn en Universiteit Utrecht. En aangesloten bij NVO, de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen