Nut van testen bloeddonoren op Q-koorts vraagt meer onderzoek
ArrayEr is meer onÂderÂzoek nodig om te bepalen of het zinvol is om bloedÂdoÂnoÂren te testen op Q-​koorts. De GeÂzondÂheidsÂraad adÂviÂseert de kosten en baten van een derÂgeÂlijÂke test in beeld te brengen alÂvoÂrens hierÂover te beÂsluiÂten. Bij orÂgaanÂdoÂnaÂtie zijn wel maatÂreÂgeÂlen nodig om overÂdracht van Q-​koorts te voorÂkoÂmen. Dit schrijft de GeÂzondÂheidsÂraad in zijn advies Q-​koorts: risico van overÂdracht via bloed of ander liÂchaamsÂmaÂteÂriÂaal dat de raad vandaag aanÂbiedt aan de miÂnisÂter van VWS.
Het aantal patienten met acute Q-koorts neemt sinds 2010 af. Chronische Q-koorts is echter nog wel een bron van zorg. Weliswaar gaat het om minder patienten (1,5 tot 2% van de mensen met acute Q-koorts ontwikkelt een chronische infectie), maar over deze variant is weinig bekend. Mogelijk dragen patienten de bacterie lang bij zich. Niet uit te sluiten is dat de bacterie ook voorkomt in bloed of lichaamsmateriaal van patienten die (nog) geen verschijnselen hebben van chronische Q-koorts.
De kans op overdracht van Q-koorts via bloedtransfusie in Nederland is hoogstwaarschijnlijk beperkt. Er zijn echter te weinig gegevens beschikbaar om te kunnen bepalen of het zinvol is bloeddonoren regionaal of landelijk te testen. Kosten en baten van zo’n test moeten eerst in beeld gebracht worden. De Gezondheidsraad adviseert in de analyse ook de consequenties van een eventuele nieuwe uitbraak van acute Q-koorts mee te nemen.
De kans dat besmetting met Q-koorts plaatsvindt via organen of andere lichaamsmaterialen verschilt. Als het risico laag is, zijn geen maatregelen nodig. Dan gaat het bijvoorbeeld om hoornvliezen en materialen die al voor de Q-koortsuitbraak in 2007 zijn afgenomen. Donoren van andere organen en materialen waarbij het risico op overdracht groter is, zouden wel getest moeten worden. De Gezondheidsraad adviseert dit landelijk te doen, om de internationale uitwisseling van organen niet te belemmeren. Overigens zal besmet materiaal soms toch gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld als orgaan- of stamceltransplantatie levensreddend is. In zo’n geval is het ook belangrijk te weten of er besmetting met Q-koorts is, omdat de arts dan antibiotica kan voorschrijven.
Verder adviseert de raad spermadonoren te testen als de spermadonor niet de partner is van de betrokken vrouw. Besmet sperma moet worden uitgesloten van donatie. Ook is een test op Q-koorts aan te raden als het sperma van de eigen partner na donatie wordt opgeslagen voor gebruik op een later moment. Testen van spermadonoren hoeft alleen te gebeuren bij donoren die afkomstig zijn uit het voormalige risicogebied voor Q-koorts.
Zie voor meer informatie het advies Q-koorts: risico van overdracht via bloed of ander lichaamsmateriaal op de site van de Gezondheidsraad.
Bron: GeÂzondÂheidsÂraad