Sterke relatie tussen toename verkeer en incidentie astma

Array

Kinderen die binnen 50 meter van een drukke weg wonen, hebben een verhoogde kans op astma, hooikoorts en eczeem. De groei van het aantal mensen met een allergie zou dan ook samenhangen met de enorme groei van de hoeveelheid verkeer de afgelopen twintig jaar. Dat blijkt uit onderzoek onder zesduizend kinderen van 4 tot 6 jaar oud van het instituut voor epidemiologie in München.ar arrAfbeeldingen = new Array(); arrAfbeeldingen[0] = “/upload/astma/kind-puffer/kind-puffer_365x243.jpg”;

De EFA ( European Federation of Asthma and Allergy Associations ) is het Europese samenwerkingsverband van belangenorganisaties op het gebied van astma en COPD, waarbij 19 landen zijn aangesloten. In 1996 zette de EFA een groot aantal onderzoeken naar het vóórkomen van astma in Europese landen op een rijtje. De uitkomsten bleken nogal te variëren.

In Nederland varieerde het percentage mensen met astma tussen de 4 en 8 % van de bevolking, afhankelijk van de studie.In Duitsland lagen de uitkomsten tussen de 8 en 11 %, in Engeland tussen de 9 en 13 % en in Spanje varieerden de uitkomsten van de onderzoeken tussen de 3 en 8 %. Finland scoorde het laagst: tussen 1,5 en de 4,5 %. Volgens de EFA zijn de meeste verschillen te verklaren door de verschillende manieren van onderzoek en niet door grote verschillen tussen de landen.
“In het algemeen gaat men ervan uit dat astma in Europa bij 5 tot 8 % van de bevolking voorkomt”, zegt professor Email Wouters, hoogleraar longziekten in het Academisch Ziekenhuis Maastricht en verbonden aan de ERS ( de Europese organisatie van longartsen ).
“Tussen de landen in Europa zijn geen noemenswaardige verschillen meer. De mate waarin astma voorkomt, heeft een relatie met industrialisatie en dat is in heel Europa het geval. De verschillen die er zijn, zijn gebonden aan regio’s en niet aan landen. In gebieden waar heel veel verkeer is, komt astma bijvoorbeeld vaker voor dan op het platteland.

Het aantal mensen met astma is de afgelopen jaren flink toegenomen, vooral onder kinderen.
Dat heeft te maken met onze westerse beschaving: luchtvervuiling ( binnenshuis en buiten ), tabaksrook, allergenen, infecties enz. Allemaal risicofactoren voor het krijgen van astma.
Wouters: “Mijn inschatting is dat de stijging snel tot stilstand zal komen. Dat heeft te maken met de manier waarop astma benaderd gaat worden. Preventie zal in toenemende mate een rol gaan spelen”.

Ook COPD komt in alle Europese landen ongeveer evenveel voor, blijkt uit een recent onderzoek. Tussen de 6 en 8 % van de bevolking heeft er last van. Maar in tegenstelling tot astma zal dit cijfer de komende jaren nog wel flink stijgen. COPD komt voornamelijk voor bij mensen boven de 50 die gerookt hebben, en dat is een groeiende leeftijdsgroep. Per jaar zal de groep mensen met COPD met 2 % toenemen. Pas na 2020 zal het aantal mensen dat COPD heeft weer wat dalen. De groep 50 plussers wordt dan namelijk weer kleiner.

De gezondheidszorg staat in bijna alle landen van Europa op een hoog niveau. Ook Zuid-Europese landen hebben de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt. Een uitzondering vormen landen zoals Albanië en Roemenië. Een slecht ontwikkeld gezondheidsstelsel richt zich op acute ziekteverschijnselen en veel minder op chronische aandoeningen. In de meeste Europese landen vormen chronische aandoeningen gelukkig een belangrijk onderdeel van de gezondheidszorg.

De afgelopen jaren is er in Europa veel gedaan om voor de behandeling van zowel astma als COPD uniforme richtlijnen te maken. Ondanks dat zijn er toch enorme verschillen in de manier waarop die richtlijnen worden toegepast. Meestal gaat het om richtlijnen die te maken hebben met medicijnen. Onderhoudsmedicijnen die de luchtwegen beschermen ( inhalatiecorticosteroïden ) worden bijvoorbeeld in Nederland en Engeland het meest gebruikt. Theofyline, een middel dat hier vroeger bij zowel astma als COPD, wordt in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk nog veel gebruikt. In Frankrijk ligt de klemtoon op zuurstoftherapie. Spanje en Italië bewandelen een tussenweg, daar blijkt dat ziekenhuisopnames het grootste aandeel vormen. Bovendien blijkt dat er nog niet op grote schaal gebruik wordt gemaakt van onderhoudsmedicatie.

Veel van deze verschillen hebben te maken met de toegankelijkheid van medicijnen en de vergoeding door verzekeraars. Nederland is wat dat betreft koploper in Europa, hier is men heel vooruitstrevend. In andere landen duurt het lang voordat nieuwe medicijnen beschikbaar komen en worden dan niet of nauwelijks vergoed. Dat werkt als een rem op het invoeren van uniforme richtlijnen. In Engeland worden klassieke medicijnen wel vergoed, maar een aantal nieuwe producten niet. In Spanje en Italië worden die weer wel vergoed. En in België is een nieuw middel voor mensen met COPD, Tioropium ( Spiriva ), dat in Nederland al lang wordt voorgeschreven, nog niet beschikbaar. Ook in Noorwegen is men zeer terughoudend. Echter over een jaar of tien zullen de verschillen bijna weg zijn omdat medicijnen steeds vaker op Europees niveau worden geregistreerd, zodat ze overal beschikbaar zijn. Meer kennis bij Patiënten zelf gaat daar ook een rol bij spelen. Er wordt hard gewerkt om de verschillen in de zorg uit te vlakken en ook opleidingen op elkaar af te stemmen.

Zijn er in Europa landen waar het voor mensen met astma en COPD gezonder is om te leven als het gaat om prikkelende stoffen die in de lucht voorkomen of het klimaat?
Allergenen ( prikkelende stoffen die leiden tot een allergische reactie ) komen in elk Europees land in min of meer gelijke mate voor. Eén uitzondering is er: de huisstofmijt. Die komt boven een hoogte 1300 meter niet voor. Klimatologische omstandigheden spelen dus wel mee, maar in welke mate de invloed objectief bepaald kan worden, is onduidelijk.

Wat betreft het rookbeleid zijn er grote verschillen tussen de landen. België en Nederland hebben een rookverbod in openbare gebouwen. Ook de landen in Scandinavië zijn vrij beperkend, maar in Zuid-Europa zitten ze nog niet in die fase. Ook in Duitsland zijn ze niet zo beperkend als in Nederland.

De ERS en de EFA hebben het antirookbeleid op de agenda kunnen plaatsen van de Europese Unie, want het is goed als er één Europese regelgeving komt.
Helaas spelen er naast gezondheidsbelangen vaak ook economische belangen mee. Voor overheden is de sigarettenindustrie een belangrijke bron van inkomsten vanwege de belasting.
Dus is het voor hen schipperen tussen het belang van de patiënt en het in evenwicht houden van de begroting. var contentArray = {“content”:[”

Britse onderzoekers hebben het verband gelegd tussen toenemende astmatische klachten en luchtvervuiling door verkeer. Zestig volwassenen met lichte tot zware astma zijn getest. < \/p>

Zij moesten twee uur lopen in een gebied in Londen waar alleen bussen en taxi’s rijden: deze voertuigen rijden vooral op diesel. Uit longtests voor en na de wandeling blijkt dat de diesellucht zorgt voor minder longcapaciteit. De patiënten werden benauwder en in de longen waren meer ontstekingsreacties te zien.< \/p>

Volgens de onderzoekers was al wel bekend dat luchtvervuiling een negatief effect heeft op astmatische klachten, maar dat diesel de meeste problemen veroorzaakt is nieuw. < \/p>“],”bron”:”


Door: Redactie
Bron: BBC< \/a> – 06-12-2007< \/div>“}

Britse onderzoekers haddeb ook al eens het verband gelegd tussen toenemende astmatische klachten en luchtvervuiling door verkeer. Zestig volwassenen met lichte tot zware astma zijn getest.

Zij moesten twee uur lopen in een gebied in Londen waar alleen bussen en taxi's rijden: deze voertuigen rijden vooral op diesel. Uit longtests voor en na de wandeling blijkt dat de diesellucht zorgt voor minder longcapaciteit. De patiënten werden benauwder en in de longen waren meer ontstekingsreacties te zien.

Volgens de onderzoekers was al wel bekend dat luchtvervuiling een negatief effect heeft op astmatische klachten, maar dat diesel de meeste problemen veroorzaakt is nieuw.

Het bepleite nationale gezondheidsplan zou een actie van het gehele kabinet moeten zijn, net zoals dat het geval is met de nationale gezondheidsplannen in Frankrijk en België. Het plan moet de gezondheidsdoelen bevatten voor de komende tien jaar, en uiteraard ook de wijze waarop de regering die doelen denkt te verwezenlijken.

Recente artikelen