NZa verklaart bezwaren GGZ declaraties ongegrond
ArrayDe Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de bezwaren over de invoering van een nieuw declaratiesysteem in de GGZ ongegrond verklaard. De bezwaren hadden betrekking op de privacygegevens van patienten en op de hoogte van de door de NZa vastgestelde tarieven. De NZa heeft alle partijen de mogelijkheid gegeven om schriftelijk en in hoorzittingen hun bezwaren toe te lichten en heeft alle aspecten van de besluitvorming opnieuw overwogen. De NZa concludeert dat er geen reden is om de invoering van het DBC-tarief in de GGZ te wijzigen.
Psychiaters en psychotherapeuten vrezen dat de privacygegevens van hun clienten door de verzekeraar kunnen worden gebruikt voor verkeerde doeleinden. De NZa heeft daar begrip voor maar ziet geen reden voor bezorgdheid omdat de privacybelangen van verzekerden goed worden bewaakt. De wet- en regelgeving bevat voldoende maatregelen ter bestrijding van misbruik van persoonsgegevens. Ook de gegevensverstrekking over gestelde diagnoses beperkt zich tot die informatie die de verzekeraar nodig heeft om de declaratie te controleren, details uit de diagnose vallen daarbuiten. Het ministerie van VWS heeft over deze beleidswijziging overleg gevoerd met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). De conclusie daarbij was dat de privacy van de zorgontvanger in voldoende mate geborgd is.
Een ander deel van de bezwaren heeft betrekking op de hoogte van de in rekening te brengen tarieven. De Orde van Medisch Specialisten (OMS) is van mening dat het DBC-stelsel niet tot een lager uurloon mag leiden dan het uurloon dat de minister in 2007 voor alle medisch specialisten heeft vastgesteld. De NZa volgt hier enkel de aanwijzingen van de minister van VWS.