Hersenen en de interpretatie van voornaamwoorden
ArrayMet voornaamwoorden zoals ‘hij’, ‘zij’, ‘zichzelf’ verwijzen we in onze taal naar iemand of iets zonder die persoon of zaak met name te noemen. Taalwetenschapper Arnout Koornneef verklaart in zijn proefschrift hoe het komt dat wij doorgaans moeiteloos in staat zijn om deze op zichzelf abstracte voornaamwoorden te koppelen aan datgene waarnaar ze verwijzen.
Voor een succesvolle interpretatie van voornaamwoorden voegt het menselijk taalsysteem informatie samen van verschillende bronnen, zoals de abstracte structuur van de zin waarin het voornaamwoord is geplaatst en meer pragmatische informatie zoals de grotere context waarin de zin zich bevindt. Daarnaast kan ook algemene wereldkennis een belangrijke rol spelen bij het correct interpreteren van voornaamwoorden.
Koornneef toont aan dat sommige informatie in het begripsproces een belangrijkere rol speelt dan andere. Abstracte structurele informatie wordt sneller verwerkt en eerder gebruikt dan pragmatische informatie. Koornneef heeft voor zijn onderzoek verschillende leesexperimenten uitgevoerd, waarbij de oogbewegingen van de lezers werden gevolgd.
17-09-2008, 14:30 uur , Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.
Arnout Koornneef, Geesteswetenschappen
Proefschrift: Eye-catching Anaphora
Promotor 1: Prof.dr. F. Wijnen
Promotor 2: Prof.dr. E. Reuland