Cosmetische industrie krijgt te maken met aanvullende richtlijnen
ArrayMinister Schippers laat onderzoek doen naar aanvullende richtlijnen voor de cosmetische sector. Mensen moeten zich bewust worden van de risico’s van ingrepen, zei ze in de Tweede Kamer. In dit stadium is oordeelsvorming nog niet goed mogelijk omdat we hier te maken hebben met een experimentele ingreep waarvan ook niet duidelijk is of deze ook daadwerkelijk plaatsvindt, zo liet Schippers weten. Bezien vanuit haar verantwoordelijkheid en de rol van IGZ, moet er in elk geval sprake zijn van de levering van kwalitatief goede en veilige zorg, waaronder uiteraard ook is begrepen juiste en volledige voorlichting over alle medische aspecten ervan, inclusief de te verwachten effecten van deze experimentele ingreep. Zowel basisartsen, huisartsen, dermatologen, oogartsen, gynaecologen en plastisch chirurgen (niet limitatief bedoeld) kunnen ten aanzien van bepaalde (cosmetische) ingrepen zowel bevoegd als bekwaam zijn. Met deze open en proportionele benadering kan vanuit het zorgaanbod flexibel worden ingespeeld op de zorgvraag terwijl anderzijds geborgd is dat er sprake is van verantwoorde zorgverlening en IGZ kan daarop toezicht houden. Er zijn geen voorstellen in voorbereiding welke in deze benadering verandering aanbrengen. Wel is er op dit moment een Europese norm over Esthetic Services in ontwikkeling waar ook alle betrokken veldpartijen in Nederland in participeren
Jaarlijks leveren de priveÌklinieken gegevens over een aantal specifieke verrichtingen aan de IGZ, waaronder cosmetische ingrepen. Desgevraagd zijn priveÌklinieken in staat specifiekere informatie te geven.
Tijdens het Algemeen Overleg op 12 april 2012 over PIP implantaten heeft de minister aangegeven dat zij invoering van een leeftijdsgrens voor plastische chirurgie en cosmetische ingrepen wenselijk acht. Daartoe heeft de minister een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid om een leeftijdsgrens in te stellen voor plastische chirurgie.
Beantwoording Kamervragen over cosmetische chirurgie als genitale verminking
Bron: Rijksoverheid