Meer artsen nodig door feminisering in de zorg
ArrayTwee op de drie artsen is in 2027 een vrouw. Ook is dan 55 procent van de specialisten vrouw. Dat beeld schetst een onderzoek dat zaterdag verschijnt in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Momenteel vormen vrouwen nog een minderheid: 40 procent van alle artsen en 34 procent van de specialisten, blijkt uit cijfers van 2007. In 1987 waren die percentages veel bescheidener: 20 respectievelijk 15 procent. De geneeskunde feminiseert, stellen de onderzoekers, verbonden aan het Nivel vast. Steeds meer vrouwen kiezen voor een studie geneeskunde.
Er werd gebruik gemaakt van cijfers van onder meer het CBS, Register voor beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), Medisch Specialisten Registratie Commissie en analyses van het NIVEL die de toekomst in kaart brengen.
Steeds meer vrouwen kiezen voor een studie geneeskunde. Bij de keuze voor een specialisme is het opmerkelijk dat vrouwelijke geneeskundestudenten kiezen voor een specialisme waarin al relatief veel vrouwen werken. Volgens de onderzoekers hangt dat mogelijk samen met een vrouwvriendelijke cultuur en een meer geaccepteerde deeltijdbaan binnen deze specialismen.
Het onderzoek werd uitgevoerd door de sociologen dr. L.F.J. van der Velden en dr. J. Hansen, sociaal geograaf dr. L. Hingstman en psycholoog mw. dr. P.J.M. Heiligers. De onderzoekers zijn verbonden aan het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
Populairste specialismen bij vrouwen in 2007 waren klinische genetica (69% van totale beroepsgroep), arts verstandelijk gehandicapten (61%) en klinische geriatrie (60%). Daarmee lijkt het aandeel vrouwen groter in specialismen die zich exclusief richten op kinderen (kindergeneeskunde) of ouderen (klinische geriatrie en verpleeghuiskunde). In de specialismen die zich bezighouden met de voortplanting (klinische genetica, obstetrie en gynaecologie) is het aandeel vrouwen eveneens relatief hoog.
Bij de ‘snijdende’ specialismen was daarentegen een veel kleiner aantal vrouwen in opleiding of werkzaam als specialist dan bij niet-snijdende beroepen. Het laagst scoorden neurochirurgie (5%), orthopedie (7%) en urologie (10%). Bij deze ‘snijdende’ vakken zal het aandeel in 2027 nog steeds laag zijn met 19% in de neurochirurgie en 15% in de orthopedie.
Het stijgende aandeel vrouwen in de geneeskunde betekent ook dat er snel meer artsen en specialisten bij moeten komen, doordat vrouwen vaker in deeltijd werken. “In 2027 zijn 6% meer werkzame specialisten nodig en om dat te bereiken moeten er vanaf nu 11% meer specialisten worden opgeleidâ€, aldus de onderzoekers.
De onderzoekers zetten nog wel een kanttekening bij de feminisering van de geneeskunde. “Hoewel het aantal vrouwelijke artsen binnen afzienbare tijd gelijk is aan het aantal mannen, is de positie van de vrouw nog niet gelijk. Onder meer in termen van hun doorstroming binnen bestuurlijke en leidinggevende functies, zoals hoogleraar, afdelingshoofd of opleider. Wat dat betreft is er ook anno 2008 nog steeds een wereld te winnen.â€
Ook in 2027 zal hun aandeel in de snijdende vakken nog laag zijn, verwachten de onderzoekers. De onderzoekers zetten een kanttekening bij de feminisering van de geneeskunde. De positie van de vrouwen is nog niet gelijk aan die van de mannen, zeggen ze. Ze wijzen op het percentage vrouwen in leidinggevende en bestuurlijke functies, zoals hoogleraar, afdelingshoofd of opleider.