Vernieuwde polikliniek Neuromusculaire Ziekten
ArrayHet Hersencentrum opent op 17 oktober de vernieuwde polikliniek Neuromusculaire Ziekten. Polikliniek, dagbehandeling en functieonderzoeken zitten dan naast elkaar in één unit, die state of the art is aangepast aan de zorg voor patiënten met een neuromusculaire aandoening.
“In deze nieuwe unit ontvangen wij onze patiënten en vinden alle consulten en vervolgonderzoeken plaats”, vertellen zorglijncoördinator Marina Blom en neuroloog Nicolette Notermans. “Verder is er een patiënten-lounge en daardoor meer ruimte voor rust en ontspanning. Er zijn comfortabele, hoge stoelen, die maar enkele passen verwijderd zijn van de spreekkamers en EMG-ruimten. Bezoekers van de ALS-dag-polikliniek kunnen bijkomen van de onderzoeken in een aparte, rustige ruimte. Onze jonge patiënten van het Spieren voor Spieren Kindercentrum kunnen tijdens het wachten op het EMG-onderzoek gebruik maken van het UMC Utrecht-netwerk via hun eigen digitale apparatuur of via onze iPads. Patiënten met een polyneuropathie hoeven zich tijdens het opwarmen in de waterbakken niet meer te vervelen en kunnen televisie kijken. Alle apparatuur, meubilair en andere hulpmiddelen voldoen aan de eigentijdse eisen.”
Wat was de aanleiding voor een nieuwe NMZ-poli? “De doelstelling van de zorglijn Neuromusculaire Ziekten is het verbeteren van de kwaliteit van zorg door alles op één locatie te laten plaatsvinden”, antwoorden Blom en Notermans. “Hierbij hebben we een aantal voorwaarden gesteld. Zo moest het een patiëntvriendelijke omgeving worden met een representatieve uitstraling. Verder moest de infrastructuur zo zijn ingericht dat alle diagnostiek binnen één dag georganiseerd kon worden. Ook moest er ruimte zijn voor wetenschappelijke onderzoeksfaciliteiten. En last but not least: de locatie moest vanuit het perspectief van de patiënt ontworpen, gebouwd en ingericht worden. Op deze polikliniek heeft de patiënt een kamer, in plaats van de zorgprofessional: de arts gaat naar zijn patiënt. Hier staan onze patiënten centraal.”
Bron: UMC Utrecht