
Twee besmettingen met MERS-coronavirus in Nederland
ArrayEen tweede Nederlandse patiënt is besmet met het gevaarlijke MERS-coronavirus. Dat heeft het RIVM vandaag gemeld. Zij is opgenomen in het Isala ziekenhuis te Zwolle en wordt in strikte isolatie verpleegd. De vrouw is familie van de man bij wie woensdag die diagnose werd gesteld. Ook de vrouw is besmet geraakt met het potentieel dodelijke MERS-virus, tijdens een gezamenlijke reis naar Saoedi-Arabië. Haar gezondheidstoestand is stabiel.
De vrouw heeft in Saoedi-Arabië een bezoek gebracht aan een dromedarissenboerderij. Zij heeft nauw contact met de eerste patiënt gehad, ze deelden twee weken een hotelkamer, meldt het RIVM. Daarnaast is bekend dat beide patiënten onderliggende aandoeningen hebben die hen waarschijnlijk gevoeliger maken voor een infectie met dit virus.
De man ligt in het MCH Westeinde in Den Haag. Het zijn de eerste twee Nederlanders die besmet zijn geraakt. Daarom houdt men in deze ziekenhuizen de gezondheid van alle medewerkers die contact zijn geweest met de patiënt strak in de gaten. Ook de gezondheidstoestand van alle reisgenoten en van mensen die contact met de patiënten hebben gehad worden goed in de gaten gehouden. Als zij gezondheidsklachten krijgen, wordt er onderzoek gedaan. Het is daarom niet uitgesloten dat er in de komende weken bij meer patiënten een infectie met het MERS-coronavirus wordt vastgesteld.De toestand van de man zou stabiel zijn.
De ziekte is al eerder vastgesteld bij patiënten in onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. Volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) waren dit reizigers die besmet zijn in het Midden-Oosten. Het is dus niet vreemd dat er nu ook een patiënt in Nederland is, aldus het instituut.
Het virus lijkt een variant van het tien jaar geleden in Azië opgedoken Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS, ernstig acuut ademhalingssyndroom). Het virus lijkt een variant van het tien jaar gel
Mens-op-mensoverdracht van het MERS-coronavirus komt weinig voor, behalve bij nauw contact met patiënten en bij onbeschermde verpleging van ernstig zieke personen