
‘Metingen met rookmachines onderschatten de blootstelling van rokers aan schadelijke stoffen’
ArrayRookmachines die worden gebruikt voor de beoordeling van sigaretten onderschatten de blootstelling aan schadelijke stoffen aanzienlijk. Hierdoor staan rokers aan veel hogere hoeveelheden schadelijke stoffen bloot dan gemeten. Dat stelt promovenda Charlotte Pauwels in haar proefschrift Smoking topography and the assessment of exposure to cigarette smoke compounds, waarop zij vandaag promoveert aan de Universiteit Maastricht.
Schadelijke stoffen
Door de blootstelling van rokers aan schadelijke stoffen te vergelijken met de uitkomsten van metingen met rookmachines wil Charlotte Pauwels bijdragen aan wetenschappelijk onderbouwde regelgeving voor tabak. In haar onderzoek is rekening gehouden met het dagelijks gebruik van sigaretten door rokers en de manier waarop zij een sigaret roken. Tabaksrook bevat duizenden chemicaliën – vele in hoeveelheden die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid – maar alleen teer, nicotine en koolmonoxide zijn daarvan tot nu toe wettelijk geregeld.
Uit het onderzoek blijkt dat met name de rookmethodes die worden gebruikt in rookmachines de blootstelling van de roker aan schadelijke stoffen onderschatten. Voor gewone sigaretten is de blootstelling twee tot drie keer hoger dan wat wordt gemeten. Voor filtersigaretten met een hoge mate van filterventilatie door ventilatiegaatjes, de zogenoemde lichte of milde sigaretten, is dat nog meer. Reden hiervoor is dat de trekvolumes te laag zijn in de wettelijk voorgeschreven methode. Ook het aantal trekjes dat de rookmachine neemt, is lager dan dat van rokers. Dit blijkt uit studies die zijn uitgevoerd met rokende vrijwilligers. Daaruit is naar voren gekomen dat iedere roker een geheel eigen rookprofiel heeft.
In haar promotieonderzoek doet Charlotte Pauwels ook een aantal aanbevelingen met betrekking tot de methodes die worden gebruikt bij het testen met rookmachines. Een van de aanbevelingen is het aanpassen van het aantal trekjes naar drie in plaats van een of twee trekjes per minuut, om de methode meer te laten lijken op menselijk rookgedrag. Ook geeft ze aan dat meer dan één testmethode gewenst is. Voor fabrikanten is het dan lastiger om hun product af te stemmen op de testmethode, waardoor de kans kleiner is dat de hoeveelheid schadelijke stoffen wordt onderschat. Bovendien stelt Pauwels voor om filters met een houder half af te dekken bij het testen in een rookmachine. Op deze manier wordt het blokkeren van ventilatiegaatjes via de lippen of de vingers van rokers nagebootst.
Testmethode rookmachines
Het proefschrift Smoking topography and the assessment of exposure to cigarette smoke compounds van Charlotte Pauwels is tot stand gekomen in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (BuRO) van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. BuRO was tevens opdrachtgever en financierde het onderzoek.
Bron: Universiteit Maastricht