Betere opsporting hart- en vaatziekten door nieuw bloedonderzoek
ArrayNieuw moleculair onderzoek moet ertoe leiden dat analyse van bijvoorbeeld een druppel bloed in de toekomst bepaalt of iemand een hart- of vaatziekte krijgt. Met dit soort nieuwe technieken zijn hart- en vaatziekten veel eerder en beter op te sporen dan nu het geval is.
De Nederlandse Hartstichting en het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) verwachten dat hierdoor over zes tot tien jaar minder mensen overlijden aan hart- en vaatziekten en patienten een betere kwaliteit van leven hebben. Daarom investeert CTMM met financiele ondersteuning van de Hartstichting 110 miljoen euro in nieuw moleculair onderzoek. Dit maken zij bekend op Wereld Hart Dag, dé dag die wereldwijd in het teken staat van de preventie van hart- en vaatziekten.
Biomarkers sporen ziekten op
De 7 nieuwe moleculaire onderzoeksprojecten richten zich op de opsporing en de behandeling van hartfalen, levensbedreigende hartritmestoornissen, slagaderverkalking en diabetes.
De onderzoekers speuren naar ‘biomarkers’, signalen die ons lichaam afgeeft als er iets mis gaat. Dit valt onder meer af te lezen aan eiwitten (zoals in ons bloed of onze urine) of aan ons DNA. Moleculair onderzoek levert technieken op die veranderingen in ons lichaam meten voordat ziektesymptomen zich openbaren. Dit zal de preventie van hart- en vaatziekten ingrijpend verbeteren.
Tijdig opsporen redt levens
Hart- en vaatziekten treden vaak onaangekondigd op bij ogenschijnlijk gezonde personen.
De meeste mensen die plotseling aan hart- en vaatziekten overlijden, hadden daarvoor geen klachten. Zo is plotse hartdood of een hartinfarct in ongeveer de helft van de gevallen het eerste signaal van slagaderverkalking, één van de belangrijkste veroorzakers van hart- en herseninfarcten. Hart- en vaatziekten richten onherstelbare schade aan. Tijdige opsporing redt levens en voorkomt (verdere) schade.
Op dit moment schatten artsen in of iemand hart- en vaatziekten krijgt op basis van factoren die onze kans op hart- en vaatziekten kunnen vergroten. Deze klassieke risicofactoren – zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol, overgewicht en roken – kunnen dit echter niet precies voorspellen. Niet alle mensen met een hoog risico krijgen hart- en vaatziekten en niet alle mensen met hart- en vaatziekten hebben een verhoogd risico.
Bron: Hartstichting