DTI betere scantechniek dan MRI
ArrayDiffusion tensor imaging (DTI), een geavanceerde MRI-techniek, is beter in staat om de neurale basis van de achteruitgang van geheugenprocessen in beeld te brengen dan de gebruikelijke MRI. Dat komt doordat DTI de microstructurele kwaliteit van de witte stof in de hersenen veel beter in beeld brengt. Giovanni Carlesimo toont dat, samen met andere Italiaanse onderzoekers, aan in Neurology van 6 januari.
Diffusie Tensor MRI (DTI) is een relatief nieuwe, beeldvormende techniek die het mogelijk maakt om informatie over de structuur van weefsels af te beelden. DTI meet de mate waarin watermoleculen zich in het omgevende weefsel bewegen. Er is recentelijk aangetoond dat met DTI eerder afwijkingen in het brein kunnen worden gedetecteerd dan met conventionele MRI. Een aantal technologische doorbraken zijn nodig om middels deze grote hoeveelheid complexe (4-dimensionale tensor) data het normale verloop van de witte stof tijdens veroudering te modelleren en afwijkingen te detecteren. Het doel van dit onderzoek is om fundamenteel nieuwe analyse-technieken te ontwikkelen gebaseerd op diffusie eigenschappen van de belangrijke witte stofbanen. Kenmerken van de nieuwe methoden zullen zijn dat: op een robuuste manier witte stofbanen worden geïdentificeerd; correspondentie langs deze banen wordt verkregen tussen verschillende personen alsmede binnen één persoon in de tijd ; fysiologische verandering van witte stof structuur in de tijd wordt gemodelleerd; ontwikkeling van enige specifieke pathologieen wordt gekarakteriseerd door afwijkingen van normale ontwikkeling te detecteren. De te ontwikkelen methodologie maakt een beter begrip mogelijk van neurodegeneratieve ziekten. De ouder wordende wereldbevolking maakt dat de kleinste bijdrage hierin een grote sociaal-economische waarde vertegenwoordigt.
Voor deze studie ondergingen 76 gezonde mensen, varierend in leeftijd van 20 tot 80 jaar, zo’n hersenscan. De onderzoekers keken daarbij met name naar veranderingen in de hippocampus. Carlesimo c.s. vergeleken uitkomsten van deze hersenscans met die van ‘gewone’ MRI-opnamen en vonden dat de veranderingen die te zien waren op de DTI-beelden beter de verslechtering van het geheugen konden verklaren, zeker als de proefpersonen ouder waren dan 50 jaar.
Longitudinale DTI studies kunnen informatie geven over veranderingen in witte stof, zowel in normale, ouder wordende hersenen als in neurodegeneratieve ziekten.
Mogelijk, zo speculeren zowel de onderzoekers als de schrijver van een commentaar, Norbert Schuff, valt met DTI vroegtijdig onderscheid te maken tussen gewone geheugenverslechtering en de eerste fase van de ziekte van Alzheimer.
Neurology 2010; 74: 188-9 en 194-200