Alvleesklierkanker wellicht eerder op te sporen
ArrayAlvleesklierkanker kan in de toekomst hoogstwaarschijnlijk beter behandeld worden. Dat stelt Jan-Bart Koorstra naar aanleiding van zijn promotieonderzoek. Nieuwe inzichten in de ontstaanswijze van alvleesklierkanker hebben geleidt tot potentiele nieuwe aangrijpingspunten voor vroege detectie en behandeling van deze zeer kwaadaardige kankersoort. Ook potentiele biomarkers kunnen wellicht de opsporing van deze ziekte verbeteren.
In zijn proefschrift is Koorstra op zoek gegaan naar nieuwe markers in de diagnostiek van alvleesklierkanker en heeft hij tevens gekeken naar potentiele ‘signaling pathways’ om nieuwe en verbeterde inzichten te verkrijgen in de ontstaanswijze van deze kanker. Zo ontdekte Koorstra dat abnormale expressie van microRNA’s een vroege gebeurtenis is in het ontstaan van alvleesklierkanker.
Gebaseerd op zijn resultaten zijn microRNA’s een potentiele kandidaat voor biomarkers in alvleesklierkanker.
Ook ontdekte Koorstra dat de ‘signaling pathways’ Notch en Axl belangrijke rollen blijken te vervullen in de ontstaanswijze van alvleesklierkanker. Studies waarin deze pathways geblokkeerd werden, resulteerden in kankercellijnen met verminderde groei-, migratie- en invasie-eigenschappen. Beide ‘pathways’ zouden een veelbelovend therapeutisch doelwit kunnen zijn voor de behandeling van deze kanker. De meeste tumoren van de alvleesklier (circa 80%) worden gediagnosticeerd in een ongeneeslijk stadium. Dit benadrukt volgens Koorstra het belang van vroege opsporing van deze kanker.
29-04-2010, 14:30 uur , Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht. Jan-Bart Koorstra, Geneeskunde Proefschrift: Molecular Characteristics of Pancreatic Carcinogenesis Promotor 1: prof. dr. G.J.A. Offerhaus Copromotor 1: Dr. A. Maitra
Bron: UU