Sterftecijfer lager dankzij slokdarmcentrum
ArrayDe vorming van het Slokdarmcentrum Oost-Nederland (SCON) in 2007 heeft de regionale zorg voor mensen met slokdarmkanker sterk verbeterd. De sterftekans nam af, er doen zich minder complicaties voor en het herstel verloopt sneller. Dat blijkt uit onderzoeksresultaten van het SCON, dat bestaat uit het UMC St Radboud en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CSW).
Voor de regio Oost-Nederland steeg het aantal mensen dat een jaar na de ingreep nog in leven was van 70 naar 84 procent. Volgens CWZ-chirurg en SCON-voorzitter Camiel Rosman is de verbetering onder meer te danken aan het beter verwijderen van tumoren en lymfeklieren, halvering van het bloedverlies tijdens de ingreep en een afname van bekende complicaties zoals longontsteking.
Ligduur en complicaties
Uit het onderzoek blijkt dat niet alleen het chirurgenwerk verbeterde, het hele zorgtraject is beter. Daardoor ligt de patient twee in plaats van drie dagen op de IC, worden risico’s en complicaties sneller herkend en behandeld en mag de gemiddelde patient nu na tien dagen naar huis, in plaats van na zestien dagen.
Toekomst
Het SCON gaat door met zoeken naar verbetermogelijkheden. Momenteel wordt onderzocht of slokdarmingrepen wellicht beter via de kijkbuis kunnen worden uitgevoerd. Hiervoor neemt het slokdarmcentrum deel aan een groot internationaal onderzoek onder leiding van het Amsterdamse VUmc.
Bron: (Zorgvisie)