Risicotest gezondheidsrisicotest.nl niet vergunningplichtig conform de WBO
ArrayMinister Schippers zegt in antwoord op de kamervragen van Kamerlid Van Gerven over preventie via de site gezondheidsrisicotest.nl dat zij als minister van VWS geen oordeel kan geven over de site gezondheidsrisicotest.nl in de huidige vorm. De Gezondheidsraad heeft op 23 januari 2009 geadviseerd over de gezondheidsrisicotest zoals die is aangeboden voor vergunningverlening in het kader van de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO). De Gezondheidsraad heeft – over de vergunningplichtige onderdelen, met name onderzoek naar kanker en onbehandelbare aandoeningen – geoordeeld dat een test die is gebaseerd op de richtlijnen voor de zorg niet zondermeer toepasbaar is op de algemene bevolking en daarmee wetenschappelijk ondeugdelijk was. De gezondheidsrisicotest is daarop aangepast. Prescan biedt consumenten een total body scan, waarbij onder andere gezocht kan worden naar kanker. Dit is vergunningplichtig op grond van de WBO. Prescan heeft hiervoor geen vergunning, maar opereert in het buitenland. En valt daarom niet onder de verantwoordelijkheid van de minister van VWS.
Een goede preventietest kan een bijdrage leveren aan de volksgezondheid, bijvoorbeeld door tijdige opsporing van bepaalde aandoeningen of door mensen bewuster te maken van de noodzaak van een goede leefstijl. Er worden op dit moment veel verschillende testen aangeboden waarvan het nut niet is onderzocht.Minister Schippers verwacht van de aanbieders van dergelijke testen dat zij ervoor zorgen dat hun aanbod van goede kwaliteit is. Belangrijk daarbij zijn bijvoorbeeld eerlijke en volledige voorlichting, een deugdelijke test en dat de deelnemer bij een afwijkende uitslag goed wordt begeleid. Er zijn verschillende initiatieven om te komen tot kwaliteitsnormen voor verantwoorde screening. Minister Schippers juicht dit soort ontwikkelingen dan ook toe.
Het doel, gezondheidswinst, behaal je bij slechts een relatief kleine groep mensen, terwijl daarvoor een grote groep gezonde mensen een onderzoek moet ondergaan. Aan screening kleven namelijk ook nadelen. Vroege opsporing leidt niet altijd tot gezondheidswinst. Iemand kan jaren eerder patient worden, zonder dat dit leidt tot betere vooruitzichten of overlevingskansen. Ook uitslagen die niet kloppen zijn een nadeel van de screening. De overheid biedt enkel bevolkingsonderzoek aan als er sprake is van een bewezen effectieve en kosteneffectieve vroege interventie voor een aandoening waarvoor een goede behandeling bestaat. Ook als het gaat om een gezondheidstest waar de consument zelf voor betaalt, moet de consument erop kunnen rekenen dat de kwaliteit van de aangeboden testen goed is. Als iemand dit bedrag wil betalen voor de gezondheidsrisicotest, is dat aan de consument zelf.De mag consument dan wel waar voor zijn geld mag verwachten. Zolang er geen bewijs is dat een dergelijke test daadwerkelijk gezondheidswinst oplevert, kan er volgens de minster geen sprake zijn van financiering uit de basisverzekering of de rijksbegroting.
De gezondheidsrisicotest opereert buiten de reikwijdte van de WBO, omdat de test zich beperkt tot de vragenlijst zonder een vervolg hierop te bieden. De vergunningplicht van de WBO beperkt zich bovendien tot geneeskundig onderzoek naar kanker, onbehandelbare aandoeningen en onderzoek met behulp van ioniserende straling, dus een deel van de gezondheidsrisicotest valt buiten deze reikwijdte. Feitelijk levert de internetapplicatie informatie over de bestaande richtlijnen in relatie tot iemands leefstijl en familiegeschiedenis. Als hier een verhoogd risico uit blijkt, volgt een algemeen advies om gezonder te leven of om naar de huisarts te gaan. Er is geen sprake te zijn van een geneeskundig onderzoek in de zin van artikel 1, sub c, van de WBO. De risicotest is dus niet vergunningplichtig conform de WBO. De IGZ steunt dit standpunt.
VWS stimuleert ten algemene onderzoek naar het nut van dergelijke gezondheidstesten. De aanbieders van de preventietest kunnen bij ZonMw een subsidieaanvraag indienen om onderzoek te doen naar de effectiviteit van de test.