Artsen varen te veel een eigen koers

Array

’Patiënt krijgt niet de beste zorg’ Artsen varen te veel een eigen koers. Ze volgen te weinig de behandelplannen waarvan bewezen is dat die het beste zijn voor de patiënt. Hoogleraar Westert vindt dat hier snel verandering in moet komen. Tilburg
Het Nederlandse Huisartsen Genootschap adviseert dokters terughoudend te zijn met het voorschrijven van slaappillen. Die middelen zijn voor de meeste mensen niet nodig zijn en werken bovendien verslavend. Toch krijgen vrijwel alle patiënten (96 procent) met slaapproblemen na een of twee doktersbezoeken een recept mee. „Opmerkelijk, dat huisartsen zich niet aan hun eigen richtlijnen houden“, vindt Gert Westert, hoogleraar kwaliteit van huisarts- en ziekenhuiszorg.
Voor bijna alle kwalen en ziektes zijn richtlijnen vastgesteld. Daarin staat welke behandelingen het beste zijn voor de patiënt. De adviezen zijn opgesteld op basis van jarenlang praktijkonderzoek. Westert pleit er komende donderdag tijdens een lustrumviering op de Universiteit van Tilburg (UvT) voor dat huisartsen en medisch specialisten zich beter houden aan die adviezen. „Ze varen nu te veel een eigen koers.“ Patiënten kunnen daar volgens de hoogleraar de dupe van worden. „Ze krijgen niet de zorg met het beste effect.“ Ook kan het volgens hem leiden tot onnodig gesol met de patiënt. Een voorbeeld: voor het behandelen van astma is nauwkeurig vastgelegd welke aanpak het meest effectief is. „Als een arts eerst zelf experimenteert is de kans groter dat er kostbare tijd verloren gaat omdat hij het wiel opnieuw wil uitvinden.“ De hoogleraar schat dat artsen in de helft van de gevallen wel volgens de richtlijnen werken. Soms is dat hoger (bij Nederlandse huisartsen is het 70 procent) en soms lager.
Voorspelbaar
In sommige gevallen is het goed te verdedigen dat een arts de richtlijnen negeert. „De adviezen zijn vooral goed bij ziektes en kwalen die voorspelbaar verlopen.
Bij een deel van de patiënten is dat niet het geval. Bijvoorbeeld bij mensen die meerdere ziektes tegelijkertijd hebben. Zij hebben baat bij een behandeling die speciaal op hen is gericht. Dat gaat volgens Westert hooguit op voor 40 procent van de patiënten.
Dat artsen standaardbehandelingen weigeren bij patiënten bij wie dat wel zou kunnen, komt volgens Westert voor een deel door onwil. Artsen zouden bang zijn dat hun beroep een soort fabrieksbaan wordt. „Dokters willen zelf bepalen wat het beste is en zijn niet gecharmeerd van bemoeienis van buiten. Artsen zien richtlijnen vaker als een optie dan als echte standaarden.“
Tijdsbestek
Toch krijgen patiënten in de toekomst veel vaker te maken met een standaardbehandeling, voorspelt de hoogleraar. De zorg moet goedkoper en werken volgens standaarden bespaart geld. Ook kunnen huisartsen en medisch specialisten in hetzelfde tijdsbestek meer mensen helpen. En dat is weer goed voor de wachtlijsten.“
Bron: Brabants Dagblad

Recente artikelen