Kans op Q-koorts blijft en vraagt om geintegreerde
ArrayIn 2008 zijn verschillende maatregelen genomen om de q-koortsuitbraak te beperken. Ondanks deze maatregelen is het mogelijk dat ook dit jaar mensen q-koorts krijgen. De precieze omvang van een eventuele epidemie is niet te voorspellen.De transmissiehypothese concentreert zich op aerogene overdracht, vooral bij droog en warm weer.In 2009 worden nieuwe ziektegevallen bij de mens verwacht in dezelfde en de omliggende streken. In heel het land dient men alert te zijn in eerste- en tweedelijnsgezondheidszorginstellingen.
Dit staat beschreven in een artikel dat is verschenen in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Een effectieve aanpak en beheersing van Q-koorts heeft alleen kans van slagen als het veterinaire en humane werkveld bestaande uit overheidsinstanties, gezondheidsinstellingen en onderzoeksinstituten samenwerken. Dat schrijven deskundigen, waaronder Hendrik Jan Roest van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) van Wageningen UR, in een artikel dat op 1 april is verschenen in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde.
Q-koorts is een zoönose die wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. De belangrijkste infectieroute in de Nederlandse situatie lijkt stof- en spayvorming van bacterien die vrijkomen bij een vroeggeboorte bij geiten als gevolg van Q-koorts. Bij een vroeggeboorte als gevolg van Q-koorts komen zeer grote hoeveelheden ziektekiemen in de omgeving vrij. Deze kunnen door de wind over grote afstand verplaatst worden. De weersomstandigheden spelen hierbij een belangrijke rol: droog, warm weer en veel wind zorgen voor meer verspreiding.
Omdat nog veel zaken rondom Q-koorts onbekend zijn, vindt er volop onderzoek plaats. Een gezamenlijke aanpak van veterinaire en humane onderzoekers is hierbij essentieel om tot goede adviezen te komen. Bij mensen en dieren wordt onderzocht hoe vaak Q-koorts voorkomt. De resultaten worden deze zomer verwacht. Verder wordt gekeken welke risicofactoren van invloed zijn op de verspreiding. De resultaten hiervan worden aan het einde van dit jaar verwacht. Ook wordt bekeken in hoeverre drachtige en niet drachtige geiten de ziekmakende bacterie uitscheiden en wat het effect is van vaccinatie. Tenslotte worden de diagnostische testen verder verbeterd zodat de ziekte sneller kan worden opgespoord. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het CVI in samenwerking met het RIVM en de Gezondheidsdienst voor Dieren.
De overheid heeft op basis van de huidige kennis diverse maatregelen genomen om verdere verspreiding van de ziekte in 2009 tegen te gaan. Hoewel enig effect van de maatregelen verwacht mag worden zijn een aantal zaken omtrent de overdracht nog niet helemaal duidelijk. Tevens spelen weersomstandigheden ook een grote rol in de verspreiding van de bacterie. Daarom is moeilijk te voorspellen hoe de epidemie in 2009 zal verlopen.
Zie voor meer informatie het artikel Q-koorts in 2008 in Nederland en de verwachting voor 2009, zoals dat in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde verschenen, is op de site van het Centraal Veterinair Instituut.
Bron: RIVM, Centraal Veterinair Instituut – Wageningen & NtvG