NEA 2008: meer zorgen over behoud van baan
ArrayVandaag is de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2008 (NEA) verschenen. De NEA is uitgevoerd door TNO en het CBS, in nauwe samenwerking met het ministerie van SZW. Een belangrijke conclusie is dat werknemers zich meer zorgen maken over het behoud van hun baan. Eind 2008 gaven ruim één miljoen werknemers aan bezorgd te zijn over verlies van hun baan. Dit komt overeen met 18 procent. In 2007 was dit nog circa 16 procent.
Mannen, werknemers tussen de 45-54 jaar en laagopgeleiden maken zich vaker zorgen om het behoud van hun baan dan vrouwen, jongeren en hoger opgeleiden. Bij bijna alle groepen werknemers zijn de zorgen toegenomen ten opzichte van eind 2007. Bij werknemers van niet-westerse afkomst zijn de zorgen met 4 procent toegenomen, tot 30 procent. De bezorgdheid onder werknemers van niet-westerse afkomst is daarmee bijna twee keer zo groot als onder autochtonen. Bij uitzendkrachten zijn zorgen over baanbehoud het meest toegenomen, van 34 procent eind 2007 naar 43 procent eind 2008. Van de uitzendkrachten die ouder zijn dan 24 jaar maakt zelfs meer dan de helft zich zorgen over baanbehoud. Maar ook werknemers met een tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vast contract, zijn beduidend vaker bezorgd over hun baan dan in 2007.
Zorgen over het behoud van de baan komen met 27 procent het meest voor in de sector vervoer en communicatie. In deze sector en in de horeca zijn de zorgen ook het sterkst gestegen ten opzichte van een jaar eerder. In de sectoren openbaar bestuur, gezondheids- en welzijnszorg en in de sector cultuur en overige diensten zijn de zorgen over het behoud van de baan echter licht gedaald. Twee van de vijf werknemers gaven aan dat er eind 2008 in hun organisatie sprake was van organisatieveranderingen, zoals reorganisaties, overnames, fusies en inkrimpingen. Voor ruim 900 duizend werknemers in Nederland was er eind 2008 sprake van inkrimpring al of niet met gedwongen ontslagen. Eén op de drie van hen vreesde voor het behoud van zijn of haar baan. Wanneer er sprake is van inkrimping met gedwongen ontslagen gaf zelfs ruim 40 procent van de werknemers aan zich zorgen te maken over het behoud van hun baan.
Grootste periodieke onderzoek
Eind 2008 voerden TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in nauwe samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor de vijfde keer de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden uit. In 2008 bedroeg de bruto steekproefomvang 80 duizend werknemers, resulterend in 22 duizend werknemers die de vragenlijst op papier of via internet hebben ingevuld. De NEA is hiermee het grootste periodieke onderzoek naar de kwaliteit van arbeid in Nederland. De NEA brengt representatieve informatie over de arbeidssituatie van werknemers in beeld, zoals hun beroep, werktijden en een breed scala arbeidsrisico’s als agressie, werkdruk, fysieke belasting en arbeidsongevallen. De NEA belicht tevens thema’s als doorwerken tot (na) je 65e, opleiding en training op het werk, de balans tussen werk en privé, werktevredenheid en de (werkgerelateerde) gezondheid van werknemers.
Bron: TNO