Screenen van jonge vrouwen met borstkanker in familie heeft geen zin

Array

Vrouwen met één of twee familieleden met borstkanker hebben niet veel meer kans op het krijgen van de ziekte op jonge leeftijd dan andere vrouwen, zo blijkt uit Nederlands onderzoek. Toch krijgen veel vrouwen die een moeder of zus hebben met borstkanker van de dokter het advies zich te laten screenen. Onterecht.

“De kans op borstkanker is voor elke vrouw in Nederland 12 procent”, begint Cathrien Jacobi. Ze is een van de auteurs van een artikel over borstkanker in het tijdschrift BMC Cancer. Ten tijde van het beschreven onderzoek werkte ze als epidemioloog aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).

Samen met andere Leidse en Rotterdamse collega’s ondervroeg ze ruim duizend vrouwen met borstkanker. De onderzoekers vroegen naar hun leeftijd, stelden vragen over hun ziekte en eventuele familieleden met borstkanker. De gegevens van alle zussen – met en zonder de ziekte – van deze borstkankerpatiënten werden eveneens voor het onderzoek gebruikt.

De centrale vraag in het onderzoek was in hoeverre het hebben van familieleden met borstkanker voorspelt of een vrouw de ziekte zelf, op jonge leeftijd, krijgt. Op jonge leeftijd is dan: voor haar vijftigste. De kans dat een Nederlandse vrouw op een moment in haar leven borstkanker krijgt is weliswaar 12 procent, maar de kans dat dat voor haar vijftigste gebeurt is een stuk kleiner, ongeveer 3 procent. Vandaar dat Nederlandse vrouwen pas vanaf hun vijftigste een oproep krijgen om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Eens in de twee jaar wordt ze gevraagd om mammogrammen te laten maken, oftewel röntgenfoto’s van hun borsten. Jacobi: “Toch krijgen in Nederland ook veel jonge vrouwen van hun huisarts het advies dat te doen, omdat bijvoorbeeld bij hun moeder borstkanker is geconstateerd.”

Maar dat is onterecht, of in ieder geval weinig zinnig, blijkt uit de studie van Jacobi en collega’s. Vrouwen bij wie één enkel geval van borstkanker in de familie voorkomt, lopen namelijk nauwelijks meer risico dan vrouwen bij wie dat niet het geval is. “De kans dat je, op basis van de aanwezigheid van borstkanker in de familie, het ontstaan van borstkanker voor het zeventigste jaar goed voorspelt is 13 procent, voor het vijftigste jaar is dat 11 procent en voor het dertigste jaar maar 1 procent.”

Het al dan niet hebben van familieleden met borstkanker zegt dus bijzonder weinig over de kans van een vrouw om borstkanker te ontwikkelen op jonge leeftijd.

Behalve natuurlijk als het om een erfelijke vorm van borstkanker gaat. De bekendste erfelijke borstkankers worden veroorzaakt door foutjes in de genen BRCA1 en BRCA2. “Maar dat zijn ook echt vreselijke families”, zegt Jacobi. “Mensen die zo’n gemuteerd gen hebben, hebben 60 tot 80 procent kans op het krijgen van borstkanker. Dat is een stuk meer dan die 12 procent. In die families hebben heel veel vrouwen, van opeenvolgende generaties, borstkanker – en degenen die de ziekte niet hebben leven elke dag met de vrees dat die bij hen vandaag wordt geconstateerd.” Gelukkig heeft slechts een beperkt percentage van de vrouwen met borstkanker deze erfelijke vorm; tussen de 5 en 10 procent.

Het screenen van alle andere vrouwen onder de vijftig door middel van mammografie is zo goed als zinloos. Niet alleen omdat familiegeschiedenis een slechte voorspeller is voor de kans op borstkanker, maar ook omdat bij jonge vrouwen niet goed is vast te stellen of hun borsten tumoren bevatten of niet. “Jonge vrouwen hebben nog veel klierweefsel. Dat is op een mammogram wit. Maar een tumor is ook wit. Zo’n gezwel is daardoor heel moeilijk te zien. En vrouwen kunnen ten onrechte te horen krijgen dat hun borsten in orde zijn.”

Dus ophouden met die borstfoto’s, ten minste bij vrouwen onder de vijftig? “Nou, artsen moeten in ieder geval terughoudend zijn met het doorverwijzen van jonge vrouwen, om die te laten maken, ja. Temeer omdat een mammografie zelf schadelijk is, vanwege de röntgenstraling. Daarmee maak je het risico op het ontwikkelen van kanker dus juist weer groter. Niet veel, maar toch. Het telt wel op, als vrouwen eens in de twee jaar of zelfs eens per jaar zo’n foto laten maken.”

Remy van den Brand

Geertruida H. de Bock, Catharina E. Jacobi e.a.: ‘A family history of breast cancer will not predict female early onset breast cancer in a population-based setting’, BMC Cancer 23 juli 2008

Bron: Noorderlicht 

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen