Vrouw niet alleen laten bij bevalling
Array
De stuurgroep Zwangerschap en Geboorte adviseert minister Klink (Volksgezondheid, CDA) maatregelen te nemen, dat vrouwen niet alleen gelaten worden tijdens de bevalling. Vanaf de eerste weeen moeten zij deskundig begeleid worden. Met deze aanbevelingen wil de stuurgroep de relatief hoge babysterfte in Nederland binnen vijf jaar halveren. De zorg voor zwangere vrouwen moet sterk worden verbeterd. In noodsituaties moeten ziekenhuizen binnen een kwartier helpen.
De stuurgroep wil dat verloskundigen, gynaecologen en andere zorgverleners tijdens de zwangerschap en de bevalling professioneler en eerder ingrijpen. Nu wordt te veel aan de zwangere zelf overgelaten op welk moment ze hulp krijgt en komt een verloskundige of gynaecoloog meestal pas ongeveer twee uur voor de bevalling. Met genoemd voorstel zou een vrouw gemiddeld acht uur voor de geboorte van de baby permanent hulp krijgen van verloskundige of kraamverzorgster. Nu werken zorgverleners vaak langs elkaar heen.
Volgens de stuurgroep kunnen vrouwen in achterstandwijken bij slechte huisvesting, onrust of geweld beter niet thuis bevallen, maar in geboortecentra dicht bij ziekenhuizen. De casemanager kan daarop aandringen. Ook kan de casemanager de hulp inroepen van de woningcorporatie en de sociale dienst.
De stuurgroep, onder leiding van de Nijmeegse hoogleraar Public Health Koos van der Velden, is ingesteld na een onderzoek over de hoge babysterfte in Nederland. Uit dat Europees onderzoek blijkt dat tijdens de zwangerschap en rond de bevalling één op de honderd baby’s overlijden. Alleen Letland en Frankrijk scoorden slechter. Oorzaak van de hoge babysterfte is onder meer de hoge leeftijd waarop Nederlandse vrouwen zwanger worden en daarmee het relatief grote aantal meerlingzwangerschappen (ivf).
Van de 1.600 baby’s die jaarlijks overlijden zijn er volgens de werkgroep 400 te vermijden. Ze meent dat door de maatregelen dat aantal kan worden verminderd tot 200. Uit het onderzoek blijkt ook dat het aantal thuisbevallingen geen oorzaak voor de hoge babysterfte is en dus niet hoeft te worden teruggebracht.
