Dokter kabinet schrijft de patiënt DOT voor

Array

Auto’s en computers worden steeds beter en goedkoper. Maar door afwezige marktwerking wordt de zorg steeds duurder en blijft de kwaliteit onduidelijk.
Het kabinet verergert dit kwaliteitsprobleem met de invoering van DOT: een systeem van slechts 3000 vage staatszorgproducten die vergoed worden via een ingewikkelde structuur van regels, activiteitentabellen, normtijden en tarieven. Het kabinet heeft het macrobudget bevroren op €66 miljard per jaar en realiseert dat door de prijzen van de DOT zorgproducten voortdurend te verlagen en de contractruimtes beperkt te houden. DOT stelt de instellingen daarmee bloot aan eroderende prijscompetitie.
Omdat DOT veel medisch handelen verliesgevend maakt, worden de instellingen op straffe van faillissement gedwongen tot malversaties. De gebrekkige medische herkenbaarheid van de staatszorgproducten maakt het bijvoorbeeld gemakkelijk om meer dure DOT producten te coderen dan medisch noodzakelijk zijn. Verwarrend genoeg kan de behandeling van een blaasontsteking dan in praktijk omschreven worden met de DOT productcode ‘analyse van onbegrepen buikklachten’. Het vervolgens opvullen van de code met activiteiten is veel administratief werk: bijvoorbeeld moet bij de duur van de behandeling als declarabele tijd het aantal minuten van het ziekenbezoek van gezinsleden en het afdelingsoverleg worden meegeteld. Vaak kost het ook extra medisch werk omdat er bijvoorbeeld een CT-scan moet komen.
In de detailhandel kan met een barcode scanner detailinformatie over honderdduizenden producten zinvol worden georganiseerd. Dell bouwt je eigen computer, Nike je eigen sportschoenen. Er zijn 50 miljoen blogs. Maar in de zorg mag niet gekozen worden uit de wellicht 750.000 zorgproducten, zelfs niet als de DOT standaardproducten van het kabinet kostbaar zijn en de dood tot gevolg hebben. Stel je eens voor dat er alleen halfgare lamskoteletten te koop aangeboden mochten worden bij door de overheid certificeerde restaurants van onduidelijke kwaliteit. De portiegrootte was beperkt tot 40 gram, omdat het wetenschappelijk de beste gemiddelde oplossing zou zijn voor de menselijke behoefte aan vlees. Op voorhand had het kabinet besloten dat er 200 miljoen porties per jaar beschikbaar zouden zijn en de chef-kok €1,08 per portie kreeg. De restauranthouder kreeg €2,23 en de slager €1,19. Een slechte, luie en voor de gezondheid gevaarlijke chef-kok zou minstens evenveel verdienen als een goede chef-kok.
In andere markten wordt de productiviteit verbeterd door ondernemers. Henry Ford had tien jaar nodig om de prijs van de T-Ford te halveren. Met vallen en opstaan voerde hij talloze kwaliteitsverbeteringen aan het productieproces door. Met succes, in 1908 verkocht hij 6.000 auto’s en in 1918 waren dat er 600.000 geworden die sterk waren verbeterd in kwaliteit. Maar het kabinet heeft met DOT de zorg vrijwel bevroren. Naar verwachting mogen vanaf 2011 enkele veranderingen per jaar doorgevoerd worden. Het verwacht dat knappe koppen 10-15 jaar van hun leven zullen steken in het overtuigen van het kabinet om op 1 punt verbetering te krijgen ten opzichte van de DOT standaard.
Het kabinet zegt dat de zorg te ingewikkeld is voor patienten, waardoor de vermarkting ondenkbaar is en alleen de overheid de zorg betrouwbaar kan organiseren. Maar als aanbieders verplicht zouden worden hun resultaten te tonen zouden vrouwen met een ongecompliceerd knobbeltje in de borst de overlevingsgegevens van instellingen en zorgverleners best kunnen interpreteren. We hoeven toch ook niets van automotoren te begrijpen om een goede auto te kunnen uitkiezen. Door met DOT op de stoel van de zorgverleners te gaan zitten wil het centrumlinkse kabinet de burgers gelijke rechten geven. Het nadeel is dat de ontwikkeling van zorgsector tot vrijwel tot stilstand komt. Wat niet wordt betaald, wordt niet georganiseerd en dan krijg je ook geen resultaten.
Het kabinet heeft met DOT de strijd om de macht gewonnen. Door zorgproducten nietszeggend, zorgresultaten ontransparant en zorginformatie nog onbetrouwbaarder te maken, zijn de zorgconsumenten uitgerangeerd en moeten alle andere partijen zich medisch onbenullig blijven gedragen. De werkgevers betalen weliswaar de zorgpremie voor hun werknemers, maar blijven verstoken van grip op het ziekteverzuim of de arbeidsproductiviteit. Verzekeraars blijven het meest verdienen als zij behandelingen weigeren. Met DOT vervalt ook de overheidsgarantie voor de banken. De kapitaalgoederen van de Nederlandse zorgverleners ter waarde van Eur 87 mrd zijn voor ca. 90% gefinancierd met vreemd vermogen. Met het vervallen van economische haalbaarheid trekt een betrokken bankensector zich terug. De eenzijdige beleidsfocus op lage behandeltarieven is een ‘run to the bottom’, maar dit wordt niet onderkend.
Het kabinet gaat ervan uit dat de productiviteit in de zorgsector niet kan verbeteren. Dat er niets anders opzit dan centraal de kosten in de hand te houden met een rationering van het aanbod. Het is niet waar. Voor goede en goedkope zorg moet er een zorgmarkt komen.

Ook geplaatst op ZNetwerk

Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen