Hef totalitaire overheidsinstituten op

Array

Nederlanders zoeken zorginformatie in een diepgewortelde drang naar vrijheid. Zij willen zelf verantwoorde keuzen kunnen maken in het leven. Maar het — inmiddels demissionaire — kabinet-Balkende IV ontwikkelde alleen ministeriele zorginformatie. De miljardenuitgaven aan verplichte overheidsadministratie leveren de burger geen informatie op.

Haags micromanagement van de zorguitvoering geeft veel misstanden, waarbij zorgverleners hun werksituatie omschrijven als een ‘oorlogsgebied’. Zij ‘vechten’ om behandelingen te kunnen uitvoeren. Zij stellen eerst de verkeerde diagnose, zoals ‘onbegrepen buikklachten’ en leveren daarmee een deel van de behandeling. Vervolgens volgt onder de goede diagnose, bijvoorbeeld hartinfarct, de rest van de door de overheid toegelaten behandeling.

Het probleem is dat de staat totalitair is. Niet de burger en de zorgverlener maar de centrale overheidsbetalingsystemen bepalen de zorguitvoering. Demissionair kabinet-Balkende IV claimde dat deze paternalistische distributie goed is voor arme zieken. Maar zelfs bij chronische condities zoals hartfalen krijgen patienten minder dan de helft van de benodigde zorg en zijn de armen het slechtste af.

Als in het zorgdomein ‘kransslagaderlijden’ transparant gerapporteerd werd over behandelingsresultaten zou bijna iedereen kiezen voor chirurgie met een slagaderlijke bypass. Ook al is de procedure nog niet uitontwikkeld, de resultaten blijken vaak langdurig goed. Maar de centrale betalingsystemen vergoeden buisjes, veertigduizend per jaar. Buisjes zitten vaak binnen een jaar dicht en zelfs herhaald gebruik geeft hartfalen: een rotziekte waaraan de patient alsnog na enkele jaren overlijdt. Het demissionaire kabinet richtte extra betalingstructuren op voor de inmiddels 200.000 chronische zieken met hartfalen. Dit soort grotendeels te voorkomen miljardenuitgaven maken de zorg onnodig duur.

Industrierobotten hebben de auto goed en goedkoop gemaakt. De Universiteit van Utrecht ontwikkelde de robotgeassisteerde omleiding met een gezonde borstkast slagader, waarvan de 4 essentiele onderdelen de afgelopen vijftien jaar in het laboratorium zijn ontwikkeld. Twee zijn met Medtronic (VS) doorontwikkeld voor menselijke toepassing. Maar omdat de automatische slagaderhechting nog niet operationeel is blijft de kransslagaderchirurgie een grote, technisch moeilijke ingreep. Indien het onderzoeksteam de robotgeassisteerde operatie zou hebben mogen doorontwikkelen, zou aan patienten een weinig belastende ingreep met langdurig resultaat geboden kunnen worden. Economisch is het ook belangrijk deze researchkoppositie tot een succes te brengen. Kransslagaderinterventie is de meest uitgevoerde en meest lucratieve medische ingreep.

Starre overheidbetalingssystemen verhinderen de doorontwikkeling van de robotgeassisteerde robotchirurgie aan de kransslagaderen. In plaats van er een commercieel succes van te maken, moeten de investeringen worden afgeschreven door de universiteit. Het volgende kabinet moet van Nederland weer een kenniseconomie maken en de Utrechtse patentpositie op het gebied van de innovatieve kransslagaderchirurgie een kans geven. De uitvinder moet niet worden betaald als visiting professor in de VS, China en India …  maar om de vaderlandse zorgeconomie te ontwikkelen.

Bedrijven zoals Philips hebben hun ontwikkelingsafdelingen naar Amerika verplaatst, omdat bijvoorbeeld de markt voor hand-held devices, die vroege, burgergerichte informatie over hartproblemen leveren, door de Nederlandse overheid verboden zijn. Ondernemers hebben in Nederland niet de mogelijkheid om burgers van innovatieve zorg en/of zorginformatie te voorzien.

Emancipatie is de groei van het vermogen van burgers om zelf in vrijheid te kunnen kiezen voor belangrijke zaken in het leven, zoals een levensreddende medische behandeling. Het is niet moeilijk, er zijn duizenden artikelen geschreven over hoe je dat wetenschappelijk en ethisch doet. Burgers willen ook graag geïnformeerd worden. Alles wijst erop dat zij beter zelf hun behandeling kunnen uitkiezen dan dat de overheid dit doet.

De paternalistische overheid zit de burgers hun vrijheid, gezondheid en emancipatie in de weg. De politiek moet stoppen de strop van falende overheidsbetalingssystemen op de burger, de universiteiten en het bedrijfsleven af te schuiven. Politici moeten de hand in eigen boezem steken.

Als politici geen aanstoot wensen te nemen aan een onrechtmatige overheidsbureaucratie moet er bij de kiezers een belletje gaan rinkelen, helemaal als die slechte zorg één van de duurste ter wereld is. Hoelang stemmen we nog op politici die tegen zorginformatie zijn? Hoeveel ondernemingen moeten nog naar het buitenland verdwijnen?

De overheid moet zich gaan beperken tot het toezicht houden. Beleid ontwikkelen dat degelijke informatie en eerlijke concurrentie geeft. De overheidsregels moeten betaling voor zorgkwaliteit mogelijk maken, bijvoorbeeld door voor zorgresultaten te gaan betalen.

Van harttabletten kan het effect op de hartslag gemeten worden. Via een voetstappenmeter kan het effect van inspanning op het hart worden bijgehouden. Veneficus is een econometrisch bedrijf dat de structurele verbetering van dergelijke procedures op de zorgkwaliteit kan monitoren, en nuttige vernieuwingen kan organiseren op de zorgmarkt. Er zijn dan wel andere overheidsregels nodig die de professionele inbreng van zorgverleners betaalbaar stellen.

De politiek moet de centraal voorgeschreven en gedistribueerde zorg loslaten. Door Nederlanders van informatie te voorzien en zelf te laten beslissen leren zij steeds beter kiezen. Dat geeft ook Nederlandse ondernemers een kans.

Dit artikel verschijnt ook bij Znetwerk

Huppes Kemp

Wim Huppes kreeg in april 2008 te horen dat hij prostaatkanker had in een vergevorderd stadium. Zijn prostaat werd operatief verwijderd, en wat hem betrof stopte de reguliere behandeling daar. Met zijn kennis van de geneeskunde, hij werkte tot 1989 als internist in een ziekenhuis, ging Huppes experimenteren met medicijnen.

Na twee experimenten met andere middelen probeerde hij dichloorazijn.

Huppes kwam niet zelf op het idee om het middel te proberen. ‘Twee neven raadden het me aan, onafhankelijk van elkaar. De een leidt een medisch laboratorium, de ander is een alternatieve arts.’ Huppes kocht het middel bij een chemische groothandel. Huppes mocht daar grondstoffen kopen omdat hij eerder als onderzoeker in een biotechnologisch laboratorium werkte.
Belangrijker is dat hij nog leeft. Waar met reguliere bestraling en chemotherapie de dood volgens hem misschien enkele maanden zou zijn tegengehouden, is hij inmiddels ruim een jaar na de diagnose kanker nog steeds in leven en weer aan het werk.

Zijn ziekte bleek, ironisch genoeg, een voorbeeld te zijn van wat er mis is in de reguliere zorg – waarover hij voor hij kanker bleek te hebben een boek aan het schrijven was. We zijn de klos verscheen in april. In het boek stelt Huppes dat in het huidige zorgstelsel de ontwikkeling van nieuwe behandelingen niet goed mogelijk is omdat het stelsel te bureaucratisch is en verstrikt in een ‘doolhof van regels’.

Volgens Huppes, kennismedewerker bij het College voor Zorgverzekeringen, is het gevolg dat de zorg geen innovatieve sector is en dat dus iedereen een standaardbehandeling krijgt. Die is voor zo’n 85 procent van de zieken niet optimaal. Sterker nog: ‘Artsen werken volgens richtlijnen en schrijven patiënten behandelingen voor die zij vaak niet op zichzelf zouden toepassen.’ Bij mannen met uitgezaaide prostaatkanker wordt het bekken bestraald, ook als hun levensverwachting nihil is. ‘De patiënten hebben daardoor 13 procent minder kans op pijn in het bekken maar moeten er wel vaak voor naar het ziekenhuis en ervaren vervelende bijwerkingen, zoals pijn en bloed bij de ontlasting en tijdens het plassen. Bovendien staat de uitkomst vast: mensen gaan hoe dan ook dood.’

Huppes stelt voor om ook alternatieve methoden te testen in de kennisbanken. ‘Als mensen positieve effecten melden van behandelingen, kunnen deze wat mij betreft worden toegepast. Volgens mij kan dit eenvoudig omdat de door mij voorgestelde kennisbanken gaan monitoren en rapporteren wat het effect, de veiligheid en het nut is van de zorg.’

Huppes schijft ook voor het Financieel Dagblad

Recente artikelen