Lymfcellen aanpakken om auto-immuunziekte te behandelen
ArrayMensen met het syndroom van Sjögren, een auto-immuunziekte waarbij de speeksel- en traanklieren chronisch ontstoken zijn, ondervinden in het dagelijks leven veel hinder van hun aandoening.
Ze hebben last van een droge mond, droge ogen en kampen met (soms ernstige) vermoeidheid. Toch bestaat er nog geen standaard behandelmethode. Jiska Meijer onderzocht hoe het syndroom van Sjögren het leven van patienten beïnvloedt en presenteerde de resultaten van de behandeling met een nieuw soort therapie.
De promovenda concludeert dat het syndroom van Sjögren effectief behandeld kan worden door de B-cellen, witte bloedcellen die antilichamen produceren, uit te putten (B-cel depletie). Dergelijke B-cellen zijn bij mensen met het syndroom van Sjögren overactief. In een klinische studie ontdekte Meijer vervolgens dat in een behandeling met B-cel depletie de ziekteactiviteit inderdaad waarneembaar afnam. Patienten gaven bovendien aan zich ook beter te voelen. Tot slot benadrukt de onderzoekster dat evaluatie van de speekselklierfunctie, net als analyse van de speekselsamenstelling, goede instrumenten zijn om speekselkliergerelateerde ziekten op te sporen en te behandelen.
Jiska M. Meijer (Vlaardingen, 1979) studeerde Geneeskunde en Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek aan de afdeling kaakchirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen, en nam deel aan onderzoeksschool GUIDE. De afdeling kaakchirurgie financierde het onderzoek, Roche en National Insitutes of Health (NIH) verstrekten subsidies voor deelstudies. Meijer werkt als kaakchirurg in opleiding bij het UMCG. De titel van haar proefschrift luidt: ‘Sjögren’s syndrome: treatment and treatment evaluation.’