Aftredend federaal minister van Volksgezondheid wil ‘quota’ artsen België
ArrayAftredend federaal minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx (PS), zei maandag in Le Soir dat haar partij af wil van de beperking (‘quota’) van het aantal mensen dat zich hier als arts mag vestigen. Onkelinx zegt dat haar partij dit dossier op de tafel zal leggen bij regeringsonderhandelingen. Ze erkent wel ‘dat een vorm van planning altijd nodig zal zijn’ voor het artsenberoep en bepleit een Europese regeling. Ze neemt echter vooral de aloude stelling van Franstalige politieke en academische kringen weer op dat er een ‘nijpend tekort’ is aan artsen in ons land.
Jaren negentig
De artsenquota werden ingevoerd in 1995 omdat het aantal afstuderende artsen al decennia lang, veel hoger lag dan het aantal nieuwe artsen dat nodig was; ze werden pas ingevoerd nadat gebleken was dat alle andere ‘vrijwillige’ beperkingsmaatregelen – zoals ‘ontradingscampagnes’ – niets opleverden.
Er zijn wel bepaalde tekorten in Vlaanderen: een tekort aan huisartsen in bepaalde grensregio’s, vooral daar waar Nederland artsen weglokt met betere verloning en betere arbeidsvoorwaarden. Daarnaast zijn er tekorten aan enkele soorten specialisten zoals geriaters, psychiaters en pediaters, maar dat heeft veeleer te maken met een beperkte opleidingscapaciteit en slechte betaling.
In Franstalig Belgie zijn er nog veel huisartsen met een erg lage activiteit en een erg laag inkomen maar die compenseren dat vaak met opdrachten in ziekenhuizen.
Overigens heeft Belgie, om de een of andere reden, nog altijd geen officiele databank van het aantal artsen dat effectief als arts gevestigd is en werkt. Het weet enkel hoeveel afgestudeerde artsen zich ooit aangemeld hebben. Velen daarvan werken niet meer effectief als gevestigd arts maar doen aan verzekerings-, school-, sport- of arbeidsgeneeskunde maar kunnen in hun vrije uren nog wel voor familie en buren prestaties verrichten en geneesmiddelen voorschrijven.
Bron : De Standaard