NISB wil front tegen overgewicht en obesitas bij kinderen

Array

Beweegcijfers TNO bewijzen noodzaak
Kinderen zitten veel te veel en sporten te weinig, zo blijkt uit de nieuwste beweegcijfers van TNO. Meer dan de helft van de jeugd beweegt onvoldoende. De gevolgen zijn er dan ook naar: overgewicht en obesitas rukken op onder de Nederlandse jeugd. Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen neemt grote stappen om deze economische en maatschappelijke tijdbom een halt toe te roepen en wil een breed front om nieuwe en bestaande methodes om te smelten tot één landelijke aanpak die werkt.

Volgens de meest recente cijfers (Jeugdmonitor 2009)  heeft bijna 14 procent van de jeugd overgewicht. Obesitas komt nu al bij 3 procent van de jeugd voor. Bij jongeren uit achterstandswijken in grote steden is bijna een op de vijf al te dik. Overgewicht en obesitas vergroten de kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, bepaalde types kanker en gewrichtsaandoeningen. “Kortom: een groei van het aantal kinderen met overgewicht gaat straks een enorme aanslag doen op het arbeidspotentieel in Nederland”, concludeert Clémence Ross, directeur NISB. “We moeten nu ingrijpen voordat we Amerikaanse toestanden krijgen. Niet voor niets is Michelle Obama de initiatiefnemer van Let’s Move: daar wordt onderkend dat overgewicht een van de grootste maatschappelijke problemen is die op het hoogste niveau moeten worden aangepakt. Naast onze al succesvolle aanpakken om meer kinderen in beweging te krijgen, is er een breed maatschappelijk front nodig om alle facetten van voeding, georganiseerde sport, dagelijks bewegen en voorbeeldgedrag in de greep te krijgen.”
Daarbij zoekt NISB naast de al bestaande samenwerking met de WHO en de Europese gezondheidsorganisatie HEPA naar nog meer internationale kennisuitwisseling. Het gaat daarbij niet om eenmalige acties om kinderen te laten sporten en beter te laten eten, maar juist om duurzame gedragsverandering. Daarvoor is het volgens NISB absoluut noodzakelijk dat bewegingsonderwijs weer boven op de agenda komt en scholen verplicht zijn om meer en betere sportlessen te geven aan hun leerlingen op basisscholen en voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Stevige verbindingen met scholen en georganiseerde sport zijn daarbij van groot belang.
Uit het vorige week verschenen rapport ‘Investeren in preventie loont’ van PwC komt overduidelijk naar voren dat geïnvesteerde euro’s in leefstijlprogramma’s dubbel en dwars terugverdiend worden in arbeidsparticipatie en vermindering van zorgkosten. Vroegtijdig ingrijpen op jeugdige leeftijd heeft ongetwijfeld een nog veel groter ’terugverdieneffect’, verwacht NISB.

Aanpak bewegen werkt

Dankzij veel gerichte stimuleringsprojecten zijn al veel meer kinderen en jongeren in beweging gekomen. Zo zijn in de afgelopen twee jaar meer dan 20.000 jongeren lid geworden van een sportvereniging dankzij het programma Meedoen alle jeugd door sport, zijn vele duizenden kinderen in de peuterspeelzalen en kinderopvang via Beweegkriebels in beweging gekomen en weet het merendeel van de Nederlandse bevolking hoeveel ze moeten bewegen voor een actieve leefstijl: 30 minuten voor volwassenen en 60 minuten voor kinderen en jongeren. NISB is ervan overtuigd dat de beweegcijfers voor kinderen dramatisch zouden teruglopen als dit soort programma’s niet meer bestaat. Daarbij wijst het op dreigende bezuinigingen op leefstijlprogramma’s, zoals vermeld in de financiele paragraaf van het nieuwe regeerakkoord. “Het zou buitengewoon onverstandig zijn om de stekker uit al goed lopende programma’s te trekken als er een nog grotere dreiging voor de deur staat. Dat vraagt juist om extra inzet”, aldus Clémence Ross.

Bron: NISB

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen