Milieuongevallendienst (MOD) van het RIVM doet nog steeds onderzoek
ArrayEr komt een gezondheidsonderzoek onder de hulpverleners die betrokken waren bij de brand in Moerdijk woensdag. Dat zei Peter van der Velden, burgemeester van Breda en voorzitter van het Regionaal beleidsteam Midden-en West-Brabant, zaterdag tijdens een persconferentie. Van der Velden heeft minister Edith Schippers van Volksgezondheid gevraagd om een gezondheidsonderzoek onder omwonenden.
Inzet Milieuongevallendienst bij brand Moerdijk
De Milieuongevallendienst (MOD) van het RIVMÂ kan ingezet worden bij ongevallen waarbij mogelijk schadelijke stoffen vrijkomen. De MOD beschikt over geavanceerde meetapparatuur waarmee ter plekke metingen kunnen worden gedaan. De MOD is ook ingezet bij de brand in Moerdijk.
De MOD maakt onderdeel uit van het Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten (BOT-mi). Daarin zijn verschillende organisaties vertegenwoordigd, zoals KNMI, RIKILT, Waterdienst en TNO. Gezamenlijk wordt informatie verzameld over mogelijke gevaren voor volksgezondheid en milieu. De informatie en adviezen worden door het BOT-mi aan het zogeheten bevoegd gezag – de coördinerende instantie – gerapporteerd. Het bevoegd gezag kan daarmee eventuele maatregelen nemen.
Op de avond van de brand (5 januari) heeft de MOD metingen gedaan op verschillende locaties rond de plaats van de brand. Bij het bepalen van de locaties voor het verrichten van de metingen kijkt men bijvoorbeeld waar de rookpluim heengaat en waar de stank te ruiken is. Op deze locaties zijn onder meer luchtmetingen gedaan en monsters van gras en gewassen genomen.
Ook op de dagen na de brand worden op verschillende locaties metingen gedaan naar stoffen die vrij zijn gekomen. De locaties worden bepaald aan de hand van de manier waarop de rookpluim zich heeft verspreid. Dit gebeurt op basis van gegevens van het KNMI en modelberekeningen voor verspreiding. Verder wordt nagegaan of mensen roetneerslag hebben waargenomen en op welke plaatsen dat is gebeurd. Op deze manier kan achterhaald worden waar naar verwachting de meeste (roet)deeltjes zijn neergekomen. Hier worden monsters genomen van de bodem en gewassen, zoals gras, spruiten en boerenkool. Deze monsters worden onder andere onderzocht op aanwezigheid van dioxines. Dergelijke analyses nemen enkele dagen in beslag.
Burgemeester Van der Velden van Breda heeft minister Edith Schippers van Volksgezondheid gevraagd om een gezondheidsonderzoek onder omwonenden. ‘Er is veel onrust bij de betrokkenen en omwonenden’, zei hij. Het RIVM zou al onderzoek doen, maar dat bericht werd later ingetrokken.
Er worden ondertussen nog steeds elk uur metingen gedaan in het oppervlaktewater en in de lucht na de brand in Moerdijk woensdag
Het centrum Gezondheid en Milieu (cGM) van het RIVM onderhoudt contacten met de GGD’en de geneeskundig advieseur gevaarlijke stoffen (GAGS) van de GHOR, Het cGM maakt deel uit van de responsorganisatie van het RIVM met als opdracht GGD’en, de GHOR en het bevoegd gezag te ondersteunen, voor een belangrijk deel door het geven van adviezen over de gezondheidskundige aspecten van het incident, zoals adviezen over gezondheidsonderzoek en (psychosociale) nazorg. Het cGM en de MOD werken hierbij nauw met elkaar samen.
De resultaten van de analyses worden door het BOT-mi gerapporteerd aan het bevoegd gezag. Het RIVM maakt zelf geen (tussentijdse) resultaten bekend. Dat gebeurt vooral via de regionale voorlichtingsdiensten zoals de Gemeente Moerdijk en de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid.
Zie voor meer informatie over de brand in Moerdijk ook de website www.crisis.nl
Bron: RIVM